H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
DIES DOMINI Over de heiliging van de zondag |
|||
► | DIES DOMINI - De viering van het werk van de Schepper | ||
► | "In het begin schiep God de hemel en de aarde" (Gen 1,1) |
De dichterlijke stijl van het scheppingsverhaal van het boek Genesis geeft goed de verbazing weer die de mens vervult bij het zien van de onmetelijkheid van de schepping en het gevoel van aanbidding dat hij ervaart voor Diegene die alles uit het niets tevoorschijn gebracht heeft. Het gaat om een bladzijde met een sterke godsdienstige betekenis, een lofzang op de Schepper van het heelal die voorbestemd is de enige Heer te zijn tegenover de telkens terugkerende verleiding de wereld zelf te vergoddelijken. Het is tegelijkertijd een lofzang voor de goedheid van het geschapene, geheel en al gevormd door de machtige en barmhartige hand van God.
"God zag, dat het goed was" (Gen. 1, 10.12, e.v.). Dit refrein, dat het verhaal zijn ritme geeft, werpt een welwillend licht op alle elementen van het heelal en laat tegelijkertijd een zweem van het geheim van een juist begrip en een mogelijke hernieuwing ervan zien. De wereld is goed in de mate waarin zij verankerd blijft aan haar oorsprong. En nadat zij besmeurd is door de zonde, wordt zij opnieuw goed, als zij zich met behulp van de genade wendt tot Hem die haar gemaakt heeft. Deze dialectiek heeft vanzelfsprekend geen betrekking op de levenloze dingen of de dieren, maar op de menselijke wezens die Hij de onvergelijkelijke gave van de vrijheid heeft willen geven, met alle risico's van dien. Direct na de scheppingsverhalen geeft de Bijbel een uiteenzetting over de dramatische tegenstelling die er bestaat tussen de grootsheid van de mens die naar Gods beeld en gelijkenis geschapen is, en zijn val die in de wereld het begin is van de duistere geschiedenis van zonde en dood.
De wereld is voortgekomen uit de hand van God en draagt het merkteken van zijn goedheid. Het is een mooie wereld, waard om bewonderd te worden. Een wereld waaraan vreugde beleefd wordt, maar die ook bestemd is om bewerkt en ontwikkeld te worden. De 'voltooiing' van het werk van God stelt de wereld open voor het werk van de mens open. "Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing" (Gen. 2, 2). Via deze antropomorfe weergave van het goddelijk 'werk' geeft de bijbel ons niet alleen een blik op de geheimenisvolle betrekking tussen de Schepper en de geschapen wereld, maar werpt ook een licht op de zending van de mens ten opzichte van de kosmos. Het 'werk' van God dient als het ware als voorbeeld voor de mens. Deze is immers niet alleen geroepen de wereld te bewonen, maar ook om deze 'op te bouwen' en zich zo tot 'medewerker' van God te maken. Zoals ik in de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Laborem Exercens
Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum
(14 september 1981) schreef, vormen de eerste hoofdstukken van Genesis in zekere zin het "evangelie van het werk". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Op de negentigste verjaardag van de encycliek Rerum Novarum, Laborem Exercens (14 sept 1981), 25 Het is een waarheid die eveneens door het Tweede Vaticaans Concilie onderstreept wordt: "De mens is naar het beeld van God geschapen en heeft de opdracht gekregen om, door de aarde met alles wat zij in zich bevat aan zich te onderwerpen, de wereld in rechtvaardigheid en heiligheid te besturen en om, God als Schepper van alles erkennend, zichzelf en de totaliteit van de dingen naar Hem terug te voeren, zodat na de onderwerping van alles aan de mens de naam van God over de gehele wereld te bewonderen zal zijn." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 34
De opwindende geschiedenis van de ontwikkeling van wetenschap, techniek en cultuur in al hun uiteenlopende verschijningsvormen - een steeds snellere en nu zelfs duizelingwekkend snelle ontwikkeling - is, in de wereldgeschiedenis, de vrucht van de zending waardoor God man en vrouw de taak en de verantwoordelijkheid toevertrouwde de aarde te bevolken, haar te onderwerpen door te werken, daarbij Gods wet onderhoudend.