
H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
En vanaf het moment dat het bijwonen van de Mis, tenzij in geval van verhindering om ernstige redenen, voor de gelovigen een verplichting werd, hebben de zielenherders de overeenkomstige plicht ervoor te zorgen dat iedereen daadwerkelijk in staat wordt gesteld dit voorschrift na te komen. In die zin worden de bepalingen van het kerkelijk recht opgevat, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de priester om, na toestemming van de plaatselijke bisschop, op zon- en feestdagen meer dan één Mis te lezen, Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 905. 2 de instelling van de avondmis Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965) Vgl. Paus Pius XII, Motu Proprio, Uitbreiding van de Indulten door de Apostolische Constitutie "Christus Dominus" verleend, Sacram Communionem (19 mrt 1957). aas 49 (1957), 177-178 Vgl. Paus Pius XII, Apostolische Constitutie, Over het nuchterblijven voor de Eucharistie, Christus Dominus (6 jan 1953). aas 45 (1953), 47-51 en tenslotte de regel dat de tijd waarbinnen aan de verplichting voldaan moet worden met de zaterdagavond voorafgaande aan de zondag wordt uitgebreid. Vgl. Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983), 1248 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 881. 2 Liturgisch gezien immers beginnen zondagen en hoogfeesten ook aan de vooravond met de eerste vespers. H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, 3. Wat soms als gevolg daarvan de 'vigiliemis' genoemd wordt, is in feite de Mis van de zon- of feestdag met voor de celebrant de verplichting een homilie te houden en met de gelovigen de voorbeden te bidden.
De zielenherders wijzen de gelovigen er voorts op dat zij, als ze 's zondags niet in hun woonplaats zijn, alle moeite moeten doen de mis bij te wonen in de plaats waar zij zich bevinden, waardoor zij de plaatselijke gemeenschap met hun persoonlijk getuigenis verrijken. Tegelijkertijd is het goed, dat deze gemeenschappen blijk geven van hartelijke gastvrijheidszin ten opzichte van hun broeders en zusters die van buiten komen, met name in die plaatsen die veel toeristen of pelgrims trekken voor wie het vaak noodzakelijk zal zijn bijzondere maatregelen voor religieuze bijstand te treffen. Vgl. Congregatie voor de Bisschoppen, Directorium voor het herdersambt van de bisschoppen, Ecclesiae imago (22 feb 1973). 86, Enchiridion Vaticanum, 4, 2069-2073.