H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
Zo openbaart de dies Domini zich ook als de dies Ecclesiae, dag van de Kerk. Op deze wijze begrijpt men waarom de gemeenschapsdimensie van de zondagsviering met name op pastoraal niveau tot uiting moet komen. Zoals ik in andere omstandigheden de gelegenheid heb gehad erop te wijzen, is bij de talrijke activiteiten van een parochie "voor de gemeenschap niets zo vitaal en brengt zoveel vorming als de viering van de dag des Heren en de eucharistie op zondag". H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de derde groep bisschoppen uit de Verenigde Staten op hun Ad limina (17 mrt 1998), 4 In die optiek heeft het Tweede Vaticaans Concilie gewezen op de noodzaak ernaar te streven "dat de zin voor de parochiegemeenschap tot bloei komt, heel bijzonder bij de gemeenschappelijke viering van de zondagsmis". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 42 In dezelfde richting gaan latere liturgische overwegingen die vragen, dat op zon- en feestdagen de eucharistievieringen die in de regel in andere kerken of kapellen plaatsvinden, rekening houden met de viering in de parochiekerk, met name opdat "de zin voor de kerkelijke gemeenschap, die op bijzondere wijze wordt versterkt en tot uitdrukking komt in de gemeenschappelijke viering van de zondagsmis, ontwikkeld wordt zowel in de viering rondom de bisschop, vooral in de kathedraal, als bij de samenkomst in de parochie, waar de pastoor de vertegenwoordiger is van de bisschop". Congregatie voor de Riten, Over de Eredienst van de Eucharistie, Eucharisticum Mysterium (25 mei 1967), 26.