H. Paus Johannes Paulus II - 31 mei 1998
Het fundamentele belang ervan, dat in de loop van tweeduizend jaar geschiedenis altijd erkend is, is door het Tweede Vaticaans Concilie opnieuw met kracht bevestigd: "Het paasmysterie wordt door de kerk, krachtens apostolische overlevering die teruggaat tot de eigen dag van de verrijzenis van Christus, telkens gevierd op de achtste dag, die terecht dag des Heren of 'zondag' wordt genoemd." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 106 Paulus VI heeft dit belang nogmaals onderstreept, toen hij zijn goedkeuring hechtte aan de nieuwe algemene normen voor het liturgisch jaar en aan de nieuwe algemene Romeinse kalender Vgl. H. Paus Paulus VI, Motu Proprio, Ter goedkeuring van de algemene normen voor het liturgisch jaar en van de nieuwe algemene Romeinse kalender, Mysterii Paschalis (14 feb 1969). De nadering van het derde millennium die de gelovigen aanzet in het licht van Christus na te denken over de loop der tijden, nodigt hen ook uit de betekenis van de zondag, zijn 'mysterie', de waarde van de viering ervan, de betekenis ervan voor het christelijk en menselijk bestaan met een nieuwe intensiteit te herontdekken.
Graag neem ik kennis van de talrijke acties van het magisterium en van de pastorale initiatieven die u, broeders in het bisschopsambt, individueel of gezamenlijk, daarin bijgestaan door uw priesterschaar, op dit belangrijke punt in de jaren na het Concilie hebt ontwikkeld. Op de drempel van het grote Jubeljaar 2000 heb ik u deze apostolische brief willen aanbieden om u te steunen in uw pastoraal engagement op dit zo vitale terrein. Tegelijkertijd wil ik me echter wenden tot u allen, beminde gelovigen, alsof ik in de verschillende gemeenschappen waar u elke zondag samenkomt met uw herders om de eucharistie en de 'dag des Heren' te vieren, in de geest aanwezig ben. Heel veel overwegingen en gevoelens die de inspiratie vormden voor deze apostolische brief zijn gerijpt toen ik bisschop was in Krakau, en na de aanvang van mijn dienstwerk als bisschop van Rome en opvolger van Petrus tijdens de bezoeken aan de parochies van Rome die regelmatig plaatsvonden op de zondagen van de verschillende periodes van het liturgisch jaar. Naar mijn gevoel wordt in deze brief de levende dialoog die ik zo graag met mijn gelovigen voer, voortgezet door met u na te denken over de betekenis van de zondag en door de redenen te benadrukken waarom de zondag beleefd moet worden als een echte 'dag des Heren', ook in de veranderende omstandigheden van onze tijd.