29 november 2010
Nee. Wie naar believen bidt, neemt God niet serieus en verleert het bidden. Het gebed leeft van de trouw. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2650
De Bijbel is als een bron voor het gebed. Bidden met het woord van God betekent de woorden en gebeurtenissen van de Bijbel voor het eigen gebed gebruiken. ‘Wie de Schrift niet kent, kent Christus niet’ (Hieronymus) Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2652-2653
De Heilige Schrift, in het bijzonder de Psalmen en het Nieuwe Testament, zijn een waardevolle schat die de mooiste en sterkste gebeden van de joods-christelijke wereld bevatten. Wanneer we die gebeden spreken, verbindt ons dat met miljoenen biddenden uit alle tijden en culturen, maar vooral met Christus zelf, die in al die gebeden aanwezig is.
In de liturgie van de Kerk, de getijden en de heilige Mis, worden gezamenlijk gebeden gesproken die uit de Heilige Schrift of uit de traditie van de Kerk stammen. Ze verbinden het individu met de biddende gemeenschap van de Kerk. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2655-2658.2662
Christelijk bidden is geen privézaak, maar het is wel zeer persoonlijk. Het persoonlijke gebed zuivert zich uit, verruimt zich en versterkt zich wanneer het regelmatig uitmondt in het bidden van de hele kerk. Het is een groot en fraai teken, wanneer overal op aarde gelovigen op hetzelfde moment verenigd zijn in dezelfde gebeden en daarmee één en dezelfde lof van God zingen.
Een christelijk gebed is een gebed in de gezindheid van het geloof, de hoop en de liefde. Het is standvastig en geeft zich over aan de wil van God. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2656-2658.2662
Wie als christen bidt, treedt op dat moment buiten zichzelf en neemt een houding aan van gelovig vertrouwen in de ene God en Heer. Tegelijk vestigt hij zijn hele hoop op God – dat Hij hem hoort, begrijpt, aanvaardt en voltooit. De heilige Don Bosco zei ooit: ‘Om de wil van God te kennen, zijn drie zaken vereist: bidden, afwachten en advies inwinnen.’ Ten slotte is christelijk bidden altijd een uitdrukking van de liefde die van Christus’ liefde stamt en die goddelijke liefde zoekt.
Elke gebeurtenis, elke ontmoeting kan tot een impuls voor een gebed worden. Hoe dieper we namelijk in eenheid met God leven, hoe beter we de wereld om ons heen kunnen begrijpen. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2659-2660
Wie ’s ochtends al de eenheid met Jezus zoekt, kan de mensen zegenen die hij ontmoet, zelfs zijn tegenstanders en vijanden. Hij werpt in de loop van de dag al zijn zorgen op de Heer. Hij heeft meer vrede in zich en straalt die ook uit. Hij velt zijn oordelen en beslissingen door zich af te vragen hoe Jezus nu zou handelen. Hij overwint de angst door de nabijheid van God. In vertwijfelde situaties is hij niet onstandvastig. Hij draagt de vrede van de hemel in zich en brengt die daardoor naar de wereld. Hij is vol van dank en vreugde voor het mooie, maar verdraagt ook het zware dat hij tegenkomt. Die opmerkzaamheid voor God is mogelijk, zelfs bij het werk.
Onze gebeden die we in naam van Jezus bidden, gaan daarheen waar ook de gebeden van Jezus gingen: naar het hart van de hemelse Vader. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2664-2669.2680-2681
We kunnen daar net zo zeker van zijn als van ons vertrouwen in Jezus. Jezus heeft namelijk voor ons de weg naar de hemel opnieuw geopend die door de zonde afgesloten was geraakt. Aangezien Jezus de weg naar God is, sluiten christenen hun gebeden af met de toevoeging ‘dat vragen wij U door Jezus Christus onze Heer’.
De Bijbel zegt: ‘Wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten’ (Rom. 8, 26).
Tot God bidden – dat kun je alleen met God. Het is niet in de eerste plaats onze prestatie dat ons gebed ook werkelijk God bereikt. Wij christenen hebben de geest van Jezus ontvangen, die er met heel zijn wezen naar verlangde één te zijn met de Vader: geheel liefde, geheel naar elkaar luisteren, geheel elkaar begrijpen, geheel dat willen wat de ander ook wil. Die heilige geest van Jezus is in ons en hij spreekt uit ons wanneer we bidden. In principe betekent bidden: vanuit de diepte van mijn hart spreekt God tot God. De Heilige Geest helpt onze geest te bidden. Daarom moeten we steeds weer de woorden spreken: ‘Kom, Heilige Geest, kom en help mij te bidden.’
Heiligen zijn door de Heilige Geest geestdriftig gemaakte mensen die het vuur van God in de kerk brandend houden. Heiligen waren al tijdens hun aardse leven gloedvolle, aanstekelijke bidders. In hun nabijheid is het makkelijker bidden. We mogen heiligen weliswaar nooit aanbidden, maar we mogen ze wel in de hemel aanroepen en hun vragen voor ons een voorbede te doen aan de troon van God. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2683-2684
Rondom belangrijke heiligen hebben zich bijzondere leerscholen van spiritualiteit gevormd, die, als de kleuren van het spectrum, allemaal verwijzen naar het zuivere licht van God. Allen gaan ze uit van een oerelement van het geloof, om door steeds weer een andere poort naar het centrum van het geloof en de overgave aan God te leiden. Zo gaat de franciscaanse spiritualiteit uit van de armoede in de geest, de benedictijner van de lof van God en de ignatiaanse van de beslissing en de roeping. Een spiritualiteit waartoe je je naar gelang van jouw persoonlijke karakter voelt aangetrokken, is ook een leerschool van het gebed.
Je kunt overal bidden. Toch zal een katholiek ook altijd de plaatsen opzoeken waar God op bijzondere wijze ‘woont’. Dat zijn vooral katholieke kerken, waar onze Heer in de gedaante van het brood in het tabernakel aanwezig is. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 2691.2696
Het is van groot belang dat we overal bidden: op school, in de metro, tijdens een feest, te midden van vrienden. De hele wereld moet van zegen doordrongen worden. Het is echter van even groot belang dat we de heilige plaatsen bezoeken waar God in zekere zin op ons wacht, zodat we bij Hem kunnen uitrusten, door Hem gesterkt, vervuld en gezonden kunnen worden. Een echte Christen beperkt zich nooit tot enkel sightseeing wanneer hij een kerk bezoekt. Hij blijft er een poosje in stilte, bidt tot God en vernieuwt zijn vriendschap en liefde voor Hem.