29 november 2010
Ons geloof noemt ‘hel’ de toestand waarin je definitief van God verwijderd bent. Wie voor het aangezicht van God staat en de liefde helder voor zich ziet, en die liefde toch niet wil, kiest zelf voor deze toestand. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1033-1036
Jezus kent de hel en noemt haar de ‘uiterste duisternis’ (Mt. 8, 12). In voor ons begrijpelijke termen is de hel eerder koud dan warm. Je kunt denken aan een afschuwwekkende toestand van verstarring en uitzichtloos verwijderd zijn van alles wat hulp, verlichting, vreugde en troost kan brengen in het leven.