29 november 2010
Met Jezus is een van ons bij God aangekomen en voor altijd daar. In zijn Zoon is God ons mensen menselijk nabij. Bovendien zegt Jezus in het Johannesevangelie: ‘Wanneer ik van de aarde omhooggeheven word, zal ik iedereen naar mij toe halen’ (Joh. 12, 32). Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 659-667
In het Nieuwe Testament markeert de hemelvaart van Christus het einde van een veertig dagen durende bijzondere nabijheid van de Verrezene tot zijn leerlingen. Aan het einde van die periode gaat Christus met zijn hele mens-zijn binnen in de heerlijkheid van God. De Heilige Schrift brengt dit tot uitdrukking door de symbolen ‘wolken’ en ‘hemel’. ‘De mens’, aldus Paus Benedictus XVI, ‘vindt ruimte in God.’ Jezus Christus is nu bij de Vader, vanwaar hij op een dag zal komen, ‘om te oordelen de levenden en de doden’. De hemelvaart van Christus betekent dat Jezus niet meer zichtbaar op aarde is, maar toch tegenwoordig en aanwezig.