
H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
Laten de plaatselijke kerken de bezieling voor de missie dus een plaats geven als spil van hun gewone zielzorg in de parochies, de verenigingen en de groepen, vooral de jongerengroepen.
Hiervoor is op de eerste plaats van nut de informatie door middel van de missiepers en de verschillende audiovisuele hulpmiddelen. Hun rol is van grote betekenis, omdat zij het leven van de universele Kerk doen kennen, alsmede de stemmen en ervaringen van de missionarissen en de plaatselijke kerken waarin dezen werken. Het is nodig dat de missie-instituten in de jongere kerken, die nog niet in staat zijn zich te voorzien van een pers en andere hulpmiddelen, personeel en middelen wijden aan initiatieven daarvoor.
Tot de vorming voor de missie zijn de priesters en hun medewerkers geroepen, evenals zij die zich aan opvoeding en onderwijs wijden, en de theologen, vooral de docenten in de seminaries en de centra voor leken. Het theologisch onderricht kan en moet niet de universele zending van de Kerk, de oecumenische beweging, de studie van de grote godsdiensten en de missiologie terzijde laten. Ik beveel aan dat vooral in de seminaties en de instituten voor de vorming van mannelijke en vrouwelijke religieuzen deze studies plaatsvinden en dat men er ook voor zorgt dat sommige priesters of leerlingen zich specialiseren in de verschillende gebieden van de missiewetenschappen.
De activiteiten van bezieling moeten altijd op hun specifieke doelen gericht zijn: het volk Gods informeren over en vormen voor de universele zending van de Kerk, roepingen ad gentes doen ontstaan, medewerking aan de evangelisatie opwekken. Men mag geen beperkt beeld van de missieactiviteit geven, alsof deze voornamelijk hulp aan de armen, bijdrage tot de bevrijding van de onderdrukten, bevordering van de ontwikkeling en verdediging van de mensenrechten zou zijn. De missionerende Kerk zet zich ook op deze fronten in, maar haar primaire taak is een andere: de armen hebben honger naar God en niet alleen naar brood en vrijheid. De missieactiviteit moet voor alles getuigen van het heil in Christus, dit verkondigen en plaatselijke kerken stichten, die dan werktuig voor de bevrijding in alle betekenissen zijn.