
H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
Maar de Kerk is ook een zichtbare en georganiseerde gemeenschap en daarom vraagt de missie ook een uitwendige en geordende eenheid tussen de verschillende verantwoordelijkheden en functies, zó dat alle leden “eensgezind hun krachten geven aan de opbouw van de Kerk” Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 28.
Het behoort tot de bevoegdheid van het missiedicasterium “om in heel de wereld het werk zelf van de evangelisatie van de volkeren en de samenwerking in de missie te leiden en te coördineren met behoud van de bevoegdheid van de Congregatie voor de Oosterse Kerken” H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Over de hervorming van de Romeinse Curie, Pastor Bonus (28 juni 1988), 85 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 29.
Dat wil zeggen “het is haar taak missionarissen te werven en deze te verdelen overeenkomstig de meer dringende behoeften (...), een gericht werkplan op te stellen, richtlijnen en beginselen voor een aangepaste evangelisering te doen uitgaan en het initiatief te nemen” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 29 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Over de hervorming van de Romeinse Curie, Pastor Bonus (28 juni 1988), 86. Ik kan deze wijze beschikkingen slechts bevestigen; om de missie ad gentes nieuw elan te geven is een centrum van stimulering, leiding en coördinatie nodig, dat de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren is. Ik nodig de bisschoppenconferenties en hun organen, de hogere oversten van de orden, congregaties en instituten en de lekenorganisaties, die betrokken zijn in de missieactiviteit, uit om trouw samen te werken met deze congregatie die het noodzakelijke gezag heeft om de missieactiviteit en de samenwerking op universeel niveau te programmeren en te leiden.
Dezelfde congregatie, die een lange en roemvolle ervaring achter de rug heeft, is geroepen om een rol van primair gewicht te vervullen op het vlak van de reflectie en van de praktische programma’s, waaraan de Kerk behoefte heeft om zich meer beslist te richten op de missie in haar verschillende vormen. Voor dit doel moet de congregatie nauwe betrekkingen onderhouden met de andere organen van de Heilige Stoel, met de plaatselijke kerken en met de missiekrachten. In een ecclesiologie van gemeenschap, waarin de Kerk geheel missionerend is, maar tegelijk specifieke roepingen en instellingen voor het werk ad gentes steeds onmisbaar blijven, blijft de rol van leiding en coordinatie van de missiecongregatie zeer belangrijk, om gezamenlijk de grote problemen van algemeen belang aan te pakken, met behoud van de eigen bevoegdheden van iedere autoriteit en iedere structuur.