H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
De Kerk, die haar missieactiviteit onder de volkeren ontplooit, ontmoet verschillende culturen en wordt betrokken in het proces van inculturatie. Dat is een eis die heel haar weg in de geschiedenis getekend heeft, maar nu bijzonder sterk en dringend is.
Het proces van de inplanting van de Kerk in de culturen van de volken vraagt veel tijd; het gaat niet om een louter uiterlijke aanpassing, aangezien de inculturatie “de omvorming van de authentieke culturele waarden betekent door middel van de integratie daarvan in het christendom en het wortelschieten van het christendom in de verschillende culturen” Buitengewone bijeenkomst van de synode der bisschoppen, Eindrapport, II, D, 4.. Het is dus een diepgaand en allesomvattend proces dat zowel de christelijke boodschap als de reflectie en de praktijk van de Kerk aangaat. Maar het is ook een moeilijk proces, want het moet op geen enkele wijze de eigenheid en de volledigheid van het christelijke geloof in gevaar brengen.
Door de inculturatie geeft de Kerk gestalte aan het evangelie in de verschillende culturen en voert zij tegelijk de volkeren met hun culturen binnen in haar eigen gemeenschap Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Catechese geven in onze tijd, Catechesi Tradendae (16 okt 1979), 53 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden, Slavorum Apostoli (2 juni 1985), 21; zij draagt er de evangelische waarden aan over, neemt het goede ervan op en vernieuwt ze van binnen uit Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 20. Van de andere kant toont de Kerk door de inculturatie op meer begrijpelijke wijze wat zij is en wordt zij een meer geschikt werktuig voor de missie.
Dank zij dit werk in de plaatselijke kerken wordt de universele Kerk verrijkt met uitdrukkingsmiddelen en waarden in de verschillende sectoren van het christelijke leven, zoals de evangelisatie, de eredienst, de theologie en de beoefening van naastenliefde. Zij kent nog beter het mysterie van Christus en drukt het juister uit, terwijl zij aangespoord wordt tot een voortdurende vernieuwing. Deze thema’s, die men aantreft in het Concilie en in het latere kerkelijke onderricht, heb ik herhaaldelijk ter sprake gebracht tijdens mijn pastorale bezoeken aan de jonge kerken H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Bisschoppen van Zaïre in Kinshasa (3 mei 1980), 4-6. AAS 72 (1980), 432-435 H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Bisschoppen uit Afrika aanwezig in Nairobi, Kenia (7 mei 1980), 6. AAS 72 (1980), 497 H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot de Bisschoppen van India in New Delhi (1 feb 1986), 5. AAS 78 (1986), 784v. H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Kroning van de epitaaf van "Onze Lieve Vrouwe van Candelora" in de velden Cambacù in Cartagena (6 juli 1986), 7-8. AAS 79 (1987), 105v. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Ter herinnering aan het Evangelisatiewerk van de HH. Cyrillus en Methodius 1100 jaar geleden, Slavorum Apostoli (2 juni 1985), 21-22
De inculturatie is een langzame tocht die heel het missieleven vergezelt en vanaf het begin een uitdaging vormt voor de verschillende werkers van de missie ad gentes, voor de christelijke gemeenschappen naarmate deze zich ontwikkelen, en voor de herders die verantwoordelijk zijn voor het onderscheiden en het stimuleren van de verwerkelijking ervan Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 22
De missionarissen die uit andere kerken en landen komen, moeten de conditionering door de omgeving waaruit zij komen overstijgen en zich inpassen in de socio-culturele wereld van hen tot wie zij gezonden zijn. Zo moeten zij de taal leren van de streek waar zij werken, de meest belangrijke uitdrukkingsvormen van die cultuur leren kennen en door directe ervaring de waarden daarvan ontdekken. Alleen met deze kennis kunnen zij op geloofwaardige en vruchtbare wijze aan de volkeren de kennis brengen van het verborgen mysterie Vgl. Rom. 16, 25-27 Vgl. Ef. 3, 5 .
Het gaat er voor hen zeker niet om hun eigen culturele identiteit te verloochenen, maar de cultuur van de omgeving waarin zij werken te begrijpen, te waarderen, te bevorderen en te evangeliseren en in staat te zijn daarmee werkelijk contact te hebben en zich een levensstijl eigen te maken die teken is van evangelisch getuigenis en van solidariteit met het volk.
De kerkelijke gemeenschappen die zich door het Evangelie geïnspireerd vormen, zullen geleidelijk de eigen christelijke ervaring kunnen uitdrukken in oorspronkelijke vormen en gestalten die overeenkomen met de eigen culturele tradities, zij het altijd in overeenstemming met de objectieve eisen van het geloof zelf. Hiervoor zullen de particuliere kerken van het betreffende gebied met elkaar Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de missie-activiteit van de Kerk, Ad Gentes Divinitus (7 dec 1965), 22 en met heel de Kerk moeten samenwerken, vooral met betrekking tot de meest delicate sectoren van de inculturatie, in de overtuiging dat zij alleen als ze aandacht hebben zowel voor de universele Kerk als voor de particuliere kerken in staat zullen zijn om de geloofsschat te vertolken in de wettige verscheidenheid van de uitdrukkingsvormen daarvan Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 64 Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 55. Daarom zullen de geëvangeliseerde groepen de elementen aanreiken voor een "vertaling" van de evangelische boodschap Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 63. De particuliere kerken "hebben de opgave om het wezenlijke van de evangelische boodschap in zich op te nemen en het vervolgens, zonder de minste verandering van haar fundamentele waarheid, om te zetten in de taal die door deze mens wordt verstaan, en dus om het evangelie in diezelfde taal te verkondigen.” {…} "En de term 'taal' moet hier niet zozeer in de semantische of letterlijke zin worden verstaan als wel in wat men zou kunnen noemen de antropologische of culturele zin." Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 53, rekening houdend met de positieve inbreng van de verschillende culturen waarmee het christendom in de loop der eeuwen in contact is gekomen, maar zonder de gevaren van vervalsing van de geloofsschat te vergeten die zich soms voorgedaan hebben Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Audiëntie, De Christologische definities en het geloof van de Kerk in onze tijd (13 apr 1988).
Dit proces heeft geleidelijkheid nodig, zó dat het werkelijk uitdrukking is van de christelijke ervaring van de gemeenschap, Paulus VI heeft in Kampala gezegd: “Er zal een incubatie nodig zijn van het christelijk mysterie in de aard van uw volk, opdat zijn eigen stem zich met meer klaarheid en vrijmoedigheid op harmonieuze wijze verheft in het koor van de stemmen van de universele Kerk” H. Paus Paulus VI, Toespraak, SECAM, Tot de deelnemers aan het symposium van de bisschoppen van Afrika te Kampala (31 juli 1969), 2. Ten slotte moet heel het volk Gods betrokken worden bij de inculturatie, niet slechts enige deskundigen, want, zoals men weet, weerspiegelt het volk de echte geloofszin, die nooit uit het oog verloren moet worden.
De inculturatie moet wel geleid en gestimuleerd maar niet geforceerd worden, om geen negatieve reacties bij de christenen op te wekken; zij moet uitdrukking zijn van het leven van de gemeenschap, d.w.z. rijpen in de schoot van de gemeenschap, en niet uitsluitend de vrucht zijn van geleerde studies. Het behoud van de traditionele waarden is het resultaat van een volwassen geloof.