H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
Die basisgemeenschappen zijn decentralisaties en geledingen van de parochiegemeenschap waarmee zij steeds verenigd blijven. Zij hebben hun wortels in de volksklasse en het plattelandsmilieu en worden zuurdeeg van christelijk leven, van aandacht voor de laatsten en van inzet voor verandering van de maatschappij. De afzonderlijke christen doet daarin de ervaring van gemeenschap op, waardoor ook hij zich een actief element voelt en aangespoord wordt om zijn medewerking te verlenen aan de inzet van allen. Op deze wijze zijn de basisgemeenschappen werktuig van evangelisatie en eerste verkondiging en bron van nieuw dienstbetoon, terwijl zij, bezield door de liefde van Christus, ook laten zien hoe men verdeeldheid, rivaliteit tussen stammen en racisme kan overwinnen.
Iedere gemeenschap die christelijk wil zijn, moet gefundeerd zijn op Christus en in Hem leven, door te luisteren naar het Woord van God, door gebed waarin de Eucharistie centraal staat, door gemeenschap die zich uitdrukt in eenheid van hart en ziel en in het delen van wat men bezit volgens de behoeften van de leden Vgl. Hand. 2, 42-47 .
Paulus VI heeft eraan herinnerd dat iedere gemeenschap moet leven in eenheid met de particuliere kerk en de universele Kerk, in oprechte vereniging met de herders en het gezag, zich moet inzetten voor de missionaire uitstraling en moet vermijden zich af te sluiten en te laten gebruiken als werktuig van ideologieën Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 58. En de bisschoppensynode heeft verklaard: “Aangezien de Kerk een gemeenschap is, zijn de basisgemeenschappen, als zij werkelijk in eenheid met de Kerk leven, een echte uitdrukking van gemeenschap en een instrument voor het uitbouwen van een diepere gemeenschap. Daarom zijn zij reden van grote hoop voor het leven van de Kerk” Buitengewone bijeenkomst van de synode der bisschoppen, Eindrapport, II, C, 6..