H. Paus Johannes Paulus II - 7 december 1990
“Rijk aan barmhartigheid is God die Christus Jezus ons openbaarde als Vader: het is juist zijn Zoon die Hem ons in zichzelf heeft getoond en doen kennen” H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Goddelijke Barmhartigheid, Dives in Misericordia (30 nov 1980), 1. Dit heb ik aan het begin van de encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Dives in Misericordia
Over de Goddelijke Barmhartigheid
(30 november 1980) geschreven en ik heb aangetoond hoe Christus de openbaring en de incarnatie is van de barmhartigheid van de Vader. Het heil bestaat in het geloof aan en de aanvaarding van het mysterie van de Vader en van zijn liefde, die zich uit en geeft in Jezus door de Geest. Zo wordt het Rijk Gods voltooid dat reeds in het Oude Testament was voorbereid, door Christus en in Christus verwezenlijkt is en aan alle volkeren verkondigd wordt door de Kerk, die ervoor werkt en bidt dat het op volmaakte en definitieve wijze verwerkelijkt wordt.
Het Oude Testament laat zien dat God een volk heeft uitgekozen en gevormd om zijn plan van liefde te openbaren en uit te voeren. Maar God is tevens Schepper en Vader van alle mensen: Hij heeft zorg voor allen, strekt zijn zegen uit tot allen Vgl. Gen. 12, 3 en heeft met allen een verbond gesloten Vgl. Gen. 9, 1-17 . Israël heeft de ervaring van een persoonlijke en reddende God Vgl. Dt. 4, 37 Vgl. Dt. 7, 6-8 Vgl. Jes. 43, 1-7 van wie het de getuige en de woordvoerder wordt temidden van de volkeren. In de loop van zijn geschiedenis wordt Israël zich bewust dat zijn uitverkiezing een universele betekenis heeft. Vgl. Jes. 2, 2-5 Vgl. Jes. 25, 6-8 Vgl. Jes. 60, 1-6 Vgl. Jer. 3, 17 Vgl. Jer. 16, 19