Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
Verlossing heeft een kosmisch aspect, omdat het God in Christus behaagd heeft ”om door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed aan het kruis vergoten, om alles in de hemelen en op de aarde te verzoenen” (Kol. 1, 20). Paulus kan spreken over de hele schepping ”die kreunt en barensweeën lijdt” en ”wij zuchten…zolang wij nog wachten op de verlossing” die ons zal bevrijden om te ”delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods” (Rom. 8, 21-23). Het boek van de Openbaringen spreekt, net als Jesaja, over “een nieuwe hemel en een nieuwe aarde” als eindresultaat van de verlossing (Openb. 21, 1). [[Jes. 65, 17; Jes. 66, 22]] H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Heiligverklaring mgr. Escrivá, Stichter van het Opus Dei (6 okt 2002) De kerk bezingt in haar liturgie van Goede Vrijdag (in het Pange lingua) de hemelen en de zeeën die gezuiverd worden door het bloed van Christus (”terra, pontus, astra, mundus, / quo lavantur flumine”, “wat voor stroom komt U bevrijden, aarde, zee en sterrenheer”) H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). blz. 336).