Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
Verlossing heeft een kerkelijk aspect, aangezien de kerk door Christus is ingesteld ”om aan het heilzame verlossingswerk duurzaamheid te verlenen”. 1e Vaticaans Concilie, 4e Zitting - Dogmatische Constitutie over de Kerk van Christus, Pastor Aeternus (18 juli 1870), 1 Christus heeft de kerk liefgehad als Zijn bruid en ”heeft zich voor haar overgeleverd om haar te heiligen” (Ef. 5, 25-26). Door de Heilige Geest stelt Christus zich aanwezig in de kerk, die ”van dat rijk (van God…) op aarde de kiem en de aanvang” is. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 5 Al wordt de kerk misvormd door de zondigheid en de verdeeldheid van haar leden, die herhaaldelijk tekort schieten bij het weerspiegelen van het ware gelaat van Christus, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19 zij blijft, in haar diepste werkelijkheid de heilige tempel waarvan de gelovigen ”levende stenen” zijn (1 Pt. 2, 5). Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 6 Zij streeft er voortdurend naar zich te zuiveren, zodat zij duidelijk kan verschijnen als het ”universele sacrament van het heil”, 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 48 het “teken en instrument van de innige vereniging met God en van heel het menselijk geslacht”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 1 De kerk heeft de taak om de boodschap van het heil te verkondigen en het heilsgebeuren door sacramentele viering te actualiseren.