Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
De bevrijding van zonde dankzij de verlossing in Christus verzoent iemand met God, met zijn naaste, en met heel de schepping. Aangezien erfzonde en actuele zonde in wezen opstand tegen God en de goddelijke wil zijn, brengt de verlossing weer vrede en communicatie tot stand tussen de mens en de Schepper: God wordt ervaren als de Vader die vergeeft en Zijn kind terug ontvangt. Paulus blijft welsprekend stilstaan bij het aspect verzoening: ”Zo is dus wie in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is al gekomen. En dit alles komt van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend… God was het die in Christus de wereld met zich verzoende: Hij telde de fouten van de mensen niet en ons gaf Hij de boodschap van de verzoening mee… Wij smeken u in Christus’ naam: laat u met God verzoenen!” (2 Kor. 5, 17-20).