Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
Zo verschijnt het menselijke bestaan dus verdeeld tussen twee Adams, en zo interpreteert het christelijke geloof deze ’contrast’-situatie, die iedereen, ook buiten de context van het geloof, kan herkennen als karakteristiek voor de historische conditie van de mens. Doordrenkt van een geschiedenis van zonde, ongehoorzaamheid en dood, als gevolg van zijn oorsprong in Adam, is de mensheid geroepen solidair te worden met de nieuwe Adam die God heeft gezonden: Zijn enige Zoon die voor onze zonden is gestorven, en voor onze rechtvaardiging verrezen is. Het christelijke geloof bevestigt duidelijk dat er bij de eerste Adam een verbreiding van de zonde was, en bij de tweede Adam een immense overvloed van genade. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 412