Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
De Vader heeft ons tot Zijn kinderen gemaakt doordat Hij ons door de menselijke wil van Christus heeft verlost. Door Christus’ gehoorzaamheid aan de wil van de Vader en omdat Hij zijn leven gaf voor velen, Vgl. Mc. 14, 24 Vgl. Mc. 10, 45 Internationale Theologische Commissie, La coscienza che Gesù aveva di se stesso e della sua missione (1 jan 1985). thesis 2 krijgen Zijn persoon en Zijn verlossingswerk in onze wereld een betekenis en een waardigheid die uniek en onvergelijkbaar zijn. Christus’ voortkomst uit de Vader gaat door in Zijn overgave voor ons. Deze unieke relatie kan, juist door zijn eigen aard, theologisch niet in enige andere godsdienst geïntegreerd worden, al is het verlossingswerk voor allen toegankelijk. Het feit dat Christus’ menselijke wil als Verlosser historisch geconditioneerd is, sluit op zich de mogelijkheid niet uit dat Hij menselijk gezien sui generis is, waarnaar de brief aan de Hebreeën wellicht verwijst als ”gehoorzaamheid leren”, een gehoorzaamheid die Christus in het mysterie van Pasen radicaal zal verwerkelijken. Omdat deze menselijke wil van Christus als Verlosser volledig in overeenstemming is met de goddelijke wil (”Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede”, is Christus, als mensgeworden middelaar, ook onze voorspreker in het hemelse heiligdom. Vgl. Brief aan de Hebreeën; eucharistische gebeden