Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
De kerk stelt de unieke en enige Verlosser tegenwoordig doordat zij, als gemeenschap (koinonia) die van het paasmysterie leeft, allen verwelkomt die rechtvaardiging in Christus ervaren via het doopsel of het sacrament van de verzoening en de verlossing willen beleven. Ook al moeten we er hier rekening mee houden dat de communio met Christus’ offer (prosphora) ook een aandeel in Zijn lijden met zich meebrengt, Vgl. Kol. 1, 24 draagt dit lijden met Christus, dat zowel sacramenteel als werkelijk in het christelijke leven tot uitdrukking komt, bij tot het opbouwen van de kerk en is daarom verlossend.