Internationale Theologische Commissie - 29 november 1994
Als werk van God ad extra is de verlossing toe te schrijven aan alle drie de goddelijke Personen, maar wordt in verschillende opzicht aan ieder van hen toegeschreven. Het initiatief waardoor de Zoon en de Geest naar de wereld worden gezonden, wordt aan de Vader toegeschreven, de oorspronkelijke bron waar alle zegeningen uit voortvloeien. De Zoon brengt de ommekeer tot stand waardoor wij getransformeerd worden van vijandschap in vriendschap met God, omdat Hij mens wordt en aan het kruis sterft. De Heilige Geest, gezonden naar de geest en het hart van gelovigen, stelt hen in staat persoonlijk deel te hebben aan de weldaden van Gods verlossend handelen. Na de Hemelvaart van Christus stelt de Heilige Geest de vruchten van Christus’ verlossende werkzaamheid in en door de kerk tegenwoordig. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de Heilige Geest in het leven van de Kerk en de wereld, Dominum et vivificantem (18 mei 1986), 11.14.24.28.63. het verband tussen de zending van de Zoon en van de Heilige Geest in het mysterie van de verlossing is door Johannes Paulus II onderzocht in deze encycliek, in het bijzonder in deze nummers