H. Paus Johannes Paulus II - 24 november 2004
Het beeld van de profeet Jesaja, dat ik al meerdere malen heb aangehaald op bijeenkomsten met jongeren uit heel de wereld Vgl. Jes. 21, 11-12 , kan ook in dit verband worden gebruikt om alle gelovigen uit te nodigen om 'wachters van de morgen' te zijn. Als zodanig moeten Christenen bovenal oor hebben voor de roep om hulp die opklinkt uit een menigte migranten en vluchtelingen, maar vervolgens moeten zij met actieve betrokkenheid een perspectief van hoop koesteren, dat de dageraad aankondigt van een meer open en solidaire samenleving. Het is in de eerste plaats aan hen om Gods aanwezigheid in de geschiedenis te gaan zien, zelfs wanneer alles nog in duisternis gehuld lijkt te zijn.
Met deze hoop, die ik omzet in een gebed tot God, die alle volken en talen om zich heen wil verzamelen Vgl. Jes. 66, 18 , zend ik u allen met grote genegenheid mijn zegen.
Vanuit het Vaticaan, 24 november 2004.Paus Johannes Paulus II