Benno Kardinaal Gut - 24 juni 1970
Bij bet opstellen van eigen formulieren voor Officies en Missen (zowel inzake de algehele ordening, als de weergave van teksten en titels, of de aanduiding van boeken uit de Heilige Schrift of werken van kerkvaders) dient men voor ogen te houden wat gebruikelijk is in de standaarduitgaven van het Brevier en Missaal, zowel in het Latijn als in de volkstaal.
Bij het drukken van het Missaal en Brevier voor een natie of een uitgestrekter gebied is het passend om de vieringen die eigen zijn voor heel die natie of dat uitgestrektere gebied, op de juiste plaats in te voegen bij de vieringen van de Congregatie voor de Riten
Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum
Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender (21 maart 1969); vieringen die slechts voor een deel van die gebieden gelden (bijv. de eigen vieringen van een streek of bisdom), dienen dan hun plaats te krijgen in een speciaal aanhangsel.
Om het zingen van teksten uit de Mis en het Officie daadwerkelijk mogelijk te maken, dient men te verwijzen naar geschikte melodieën om te gebruiken, met inachtneming van de normen voor de uitvoering van elk afzonderlijk gezang en de mogelijkheid om sommige teksten door andere te vervangen. Wat de Mis betreft, dient men de psalm aan te geven die bij de intrede en de communie gebruikt moet worden, en de antifoon en psalm die bij het offertorium gezongen moeten worden.