![](skins/rkdocs1/view/images/logo.png)
Benno Kardinaal Gut - 24 juni 1970
Bij de herziening van de eigen Misformulieren is het goed een onderscheid te maken tussen de teksten die tot het Missaal behoren, en die welke betrekking hebben op het Lectionarium.
Tot het Missaal behoren: antifoon bij de intrede, collectagebed, gebed over de offergaven, prefatie, antifoon bij de Communie, en gebed na de Communie. Hieraan kan men nog de plechtige zegen of het gebed over het volk toevoegen.
Wat de lezingen betreft, dient men het volgende zorgvuldig in acht te nemen: hoogfeesten hebben drie lezingen; het Oude Testament wordt in de Paastijd niet gelezen; telkens wanneer er eigen lezingen zijn vastgesteld, zijn ook een eigen psalm met antwoordvers van het volk vereist en een eigen acclamatie of vers voor het Evangelie. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Algemene Inleiding op het Romeins Missaal, Institutio Generalis Missalis Romani (26 mrt 1970), 37-38
Het onlangs herziene H. Paus Paulus VI - Apostolische Constitutie
Missale Romanum
ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica (3 april 1969) en Lectionarium bevatten in de Gemeenschappelijke teksten verschillende formulieren die goed gebruikt kunnen worden bij de herziening van het Eigen (Proprium). Dat geldt vooral wanneer dit geen teksten bevat die vanwege hun spiritueel of pastoraal belang of vanwege bun ouderdom behouden moeten blijven.