Benno Kardinaal Gut - 24 juni 1970
Aangezien aan de herziening van de kalenders en het Eigen een zorgvuldig theologisch, historisch en pastoraal onderzoek vooraf dient te gaan, Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 23 zullen de Ordinarii of andere wettige autoriteiten er zorg voor dragen dat er een commissie wordt samengesteld van experts op deze terreinen.
De kalenders moeten worden opgesteld na raadpleging van de clerus en de gelovigen, ofwel de leden van de religieuze familie die het betreft; ze dienen door het bevoegde gezag te worden goedgekeurd en aan deze heilige Congregatie voor de Goddelijke Eredienst ter confirmatie te worden voorgelegd binnen vijf jaar na het verschijnen van het nieuwe Missaal en het nieuwe Brevier.
De aldus goedgekeurde kalender moet worden nageleefd door allen die eraan gehouden zijn, en kan niet gewijzigd worden, tenzij met toestemming van de Apostolische Stoel.