DE CALENDARIA PARTICULARIA ATQUE OFFICIORUM ET MISSARUM PROPRIIS RECOGNOSCENDISOver de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis
(Soort document: Congregatie voor de Goddelijke Eredienst)
Benno Kardinaal Gut -
24 juni 1970
De eigen vieringen van elke afzonderlijke religieuze familie zijn:
- Voor de gehele religieuze familie: - het hoogfeest of feest van de titel;
- het hoogfeest of feest van de heiligverklaarde stichter;
- het hoogfeest of feest van de voornaamste patroon van de orde of congregatie;
- het feest van de zaligverklaarde stichter;
- de gedachtenis van een bijpatroon;
- de vieringen van heiligen en zaligen die lid waren van de orde of congregatie, overeenkomstig de norm van nr. 17a;
- Voor de afzonderlijke provincies:
- het feest van de titel of voornaamste patroon;
- de gedachtenis van een bijpatroon;
- de vieringen van heiligen en zaligen die vooral met de provincie verbonden waren, overeenkomstig de norm van nr. 17b;
Wat echter de vieringen van de titel, de heiligverklaarde stichter en de voornaamste patroon betreft, herinnere men zich dat slechts één van deze vieringen als hoogfeest op de kalender kan worden ingeschreven, de andere zijn evenwel als feest te vieren. De keuze komt toe aan het hoogste gezag van de religieuze familie, waaraan op dezelfde wijze de herziening toekomt van de Particuliere kalender.
© 2016, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 13, p. 155-172