H. Paus Pius X - 4 augustus 1908
HAERENT ANIMO - AD CLERUM Over de heiligheid van de priesters |
|||
► | Besluit |
Deze is immers het voornaamste voorwerp van onze gedachten, en zorgen. Daarom herhalen wij dikwijls met de ogen ten hemel geheven de smeekbede van Christus de Heer voor heel de geestelijkheid: "Heilige Vader.... heilig hen." (Joh. 17, 11.17) Het verheugt ons, dat zeer vele gelovigen van iedere stand, die voor uw aller welzijn en voor dat van de Kerk levendig bezorgd zijn, bij dat gebed zich met ons verenigen, ja het is voor ons een blijde gedachte, dat er vele edelmoedige zielen zijn, niet alleen in de kloosters, maar zelfs temidden van het leven in de wereld, die voor dezelfde intentie zich onophoudelijk aan God als slachtoffer aanbieden. Moge de allerhoogste God hun zuivere en heerlijke gebeden als een aangenaam reukoffer aanvaarden en ook onze nederige gebeden niet versmaden. Moge Hij, bidden wij, in Zijn goedertierenheid en voorzienigheid ons verhoren en uit het Allerheiligst Hart van Zijn beminde Zoon over heel de geestelijkheid schatten van genaden, van liefde en van alle deugden uitstorten.
Ten slotte, gaarne brengen wij u, geliefde zonen, onze dank voor de vele gelukwensen, die gij bij de nadering van de vijftigste verjaardag van onze priesterwijding met kinderlijke liefde ons hebt aangeboden. Opdat onze wensen voor u in rijker overvloed verwezenlijkt mogen worden, hebben wij ze aan de verheven Maagd Maria, de koningin van de apostelen, toevertrouwd. Deze immers heeft door haar voorbeeld die gelukkige eerstelingen van het priesterschap geleerd, hoe zij eendrachtig moesten volharden in het gebed, totdat zij met kracht uit de hoge werden bekleed; die kracht heeft zij hun door haar gebed zeker in rijker mate verkregen en heeft zij door haar raad doen toenemen en versterkt tot overvloedige vruchtbaarheid van hun arbeid.
Intussen wensen wij, beminde zonen, dat de vrede van Christus wone in uw harten met de blijdschap van de Heilige Geest. Tot onderpand daarvan strekke u de apostolische zegen, die wij aan u allen van ganser harte verlenen.
Gegeven te Rome bij St. Pieter, de 4e augustus 1908,
bij het begin van het zesde jaar van ons pausschap.Paus Pius X