Paus Benedictus XVI - 15 september 2010
Dierbare broeders en zusters,
Eén van de meest geliefde heiligen is zonder twijfel de heilige Clara van Assisi; zij leefde in de XIIIe eeuw en was een tijdgenote van de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010). Haar getuigenis toont ons hoezeer de Kerk in haar geheel erkentelijkheid verschuldigd is aan moedige vrouwen, rijk aan geloof zoals zij, bekwaam een beslissende impuls te geven aan de vernieuwing van de Kerk. Wie was Clara van Assisi? Om die vraag te beantwoorden beschikken wij over betrouwbare bronnen: niet alleen de oude biografieën, zoals die van Thomas van Celano, maar ook de akten van het heiligverklaringsproces waarvan slechts enkele maanden na de dood van Clara door de paus werk gemaakt werd en dat getuigenissen bevat van degenen die lange tijd aan haar zijde geleefd hebben.
Geboren in 1193, behoorde Clara tot een rijke aristocratische familie. Zij deed afstand van de adelstand en rijkdom om nederig en arm te leven en de levenswijze te leiden die Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010) voorstelde. Alhoewel haar ouders, zoals toen gebruikelijk was, voor haar een huwelijk met een persoon van aanzien hadden gepland, verliet Clara op 18-jarige leeftijd het ouderlijk huis en vervoegde met haar vriendin, Bona de Guelfuccio, in het geheim de minderbroeders in de kleine kerk van Portiunculla. Zij stelde deze moedige daad, ingegeven door het diepe verlangen om Christus te volgen en door haar bewondering voor Franciscus. Het was de vooravond van Palmzondag in het jaar 1211. In een sfeer van algemene ontroering, werd een hoogst symbolisch gebaar voltrokken: terwijl haar gezellinnen brandende toortsen in de hand hielden, knipte Franciscus haar haren en kleedde Clara zich in een ruw boetekleed. Vanaf dat ogenblik werd zij de maagdelijke bruid van Christus, nederig en arm, en wijdde zich geheel aan Hem. Zoals Clara en haar gezellinnen, werden talloze vrouwen in de loop van de geschiedenis gefascineerd door de liefde voor Christus die hun hart vult met de schoonheid van Zijn Goddelijke Persoon. Door de roeping tot het mystieke huwelijk van de godgewijde maagden, verschijnt heel de Kerk als degene die zij altijd zal zijn: de mooie en zuivere bruid van Christus.
Eén van de vier brieven van Clara aan de heilige Agnes van Praag, dochter van de koning van Bohemen en die haar sporen wilde volgen, spreekt over Christus, haar veelgeliefde Bruidegom, met verwoordingen aan het huwelijk ontleend, die kunnen verwonderen, maar ook ontroeren: “Als ge Hem aanraakt, wordt ge zuiverder, als ge Hem ontvangt, zijt ge maagd. Zijn macht is sterker, Zijn edelmoedigheid groter, Zijn voorkomen mooier, Zijn liefde lieflijker en Zijn charme verrukkelijker. Hij drukt u reeds in Zijn armen, Hij die uw borst met edelstenen heeft getooid ... Hij die op uw hoofd een gouden kroon heeft gezet, een sierteken van heiligheid” H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. Eerste Brief: FF, 2862.
Vooral in het begin van haar religieuze ervaring vond Clara in Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010) niet alleen een meester wiens leer zij kon volgen, maar ook een broederlijke vriend. De vriendschap tussen deze twee heiligen is een zeer mooi en belangrijk aspect. Inderdaad, wanneer twee zuivere zielen elkaar ontmoeten die door eenzelfde liefde voor Christus ontvlamd zijn, halen zij uit die wederzijdse vriendschap de zeer diepe bemoediging om de weg van de volmaaktheid te bewandelen. Vriendschap is één van de edelste en meest verheven menselijke gevoelens die door de Goddelijke genade uitgezuiverd en getransfigureerd worden. Zoals de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010) en de heilige Clara hebben ook andere heiligen een diepe vriendschap beleefd op hun weg naar de christelijke volmaaktheid, onder meer de heilige Franciscus van Sales en de heilige Johanna-Francesca de Chantal. Precies de heilige Franciscus van Sales schreef: “Het is mooi op deze aarde te kunnen liefhebben zoals men liefheeft in de hemel en elkaar in deze wereld te leren liefhebben zoals wij het voor eeuwig in de andere wereld zullen doen. Ik spreek hier niet over de gewone naastenliefde want die moeten wij voor alle mensen hebben; ik spreek over geestelijke vriendschap waarbinnen twee, drie of meer personen hun devotie, hun geestelijke affectie uitwisselen en werkelijk één van geest worden” H. Franciscus van Sales, Inleiding op het godsvruchtig leven, Introduction la vie de dévotion. III 19.
Na enkele maanden in andere kloostergemeenschappen verbleven te hebben en weerstand biedend aan de druk van de familie die haar keuze aanvankelijk niet goedkeurde, vestigde Clara zich met haar eerste gezellinnen in de kerk van Sint-Damiaan waar de minderbroeders een klein klooster voor hen hadden ingericht. In dat klooster leefde zij meer dan veertig jaar, tot aan haar dood in 1253. Een rechtstreekse beschrijving van de manier waarop deze vrouwen in de loop der jaren, bij de aanvang van de Franciscaanse beweging geleefd hebben, is bewaard gebleven. Het gaat om een samenvatting vol bewondering, van een Vlaamse bisschop die in Italië op bezoek was, Jacques de Vitry, die zegt een groot aantal mannen en vrouwen van alle sociale klassen gevonden te hebben, die “na alles omwille van Christus verlaten te hebben, de wereld vluchtten. Zij noemden zich minderbroeders en minderzusters en werden door mijnheer de paus en de kardinalen zeer geacht ... De vrouwen ... verblijven samen in verschillende tehuizen niet ver van de steden. Zij ontvangen niets, maar leven van het werk van hun handen. En zij zijn diep bedroefd en verward, omdat zij meer dan ze zouden willen, door priesters en leken geëerd worden” H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. Brief van oktober 1216: FF, 2205.2207.
Jacques de Vitry heeft met grote scherpzinnigheid een karakteristieke trek van de Franciscaanse spiritualiteit ingezien waarvoor Clara zeer gevoelig was: de radicaliteit van de armoede is verbonden aan totaal vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid. Om die reden treedt zij op met grote vastberadenheid en verkrijgt zij van paus Gregorius IX of waarschijnlijk reeds van paus Innocentius II, wat men noemde het “<i>Privilegium Paupertatis</i>” Vgl. H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. FF, 3279. Op de basis daarvan, konden Clara en haar gezellinnen van Sint-Damiaan geen enkele materiële eigendom bezitten. Het was echt een buitengewone uitzondering ten opzichte van het toen geldende Kerkrecht en de Kerkelijke autoriteiten van die tijd lieten het toe als waardering van de vruchten van evangelische heiligheid die zij in de levenswijze van Clara en haar medezusters erkenden. Dit toont zelfs dat de rol van vrouwen in de Middeleeuwen niet bijkomstig maar aanzienlijk was. In dit opzicht, is het goed eraan te herinneren dat Clara de eerste vrouw in de geschiedenis van de Kerk was die een Regel geschreven en onderworpen heeft aan de goedkeuring van de paus, opdat het charisma van Paus Benedictus XVI - Audiëntie
H. Franciscus van Assisi
(27 januari 2010) bewaard zou blijven in alle vrouwengemeenschappen die reeds in haar tijd, steeds meer gesticht werden en zich aan het voorbeeld van Franciscus en Clara wilden inspireren.
In het klooster van Sint-Damiaan, beoefende Clara op heldhaftige manier de deugden die iedere christen zouden moeten onderscheiden: nederigheid, vroomheid en boete, naastenliefde. Alhoewel zij overste was, wou zij de zieke zusters persoonlijk bedienen en legde zich ook heel nederige taken op: naastenliefde overwint namelijk iedere weerstand en wie liefheeft, vervult alle offers met vreugde. Haar geloof in de werkelijke aanwezigheid van de Eucharistie was zo groot dat zich twee keer een wonderbaar feit heeft voorgedaan. Alleen reeds door de opheffing van het Allerheiligste Sacrament, verdreef zij de Saraceense huursoldaten die op het punt stonden het klooster van Sint-Damiaan aan te vallen en de stad Assisi te vernielen.
Deze gebeurtenissen hebben evenals andere wonderen waaraan de herinnering bewaard bleef, paus Alexander IV ertoe aangezet haar slechts twee jaar na haar dood, in 1255 heilig te verklaren. In de lofrede in de Bulle van de heiligverklaring lezen we: “Hoe levendig is de kracht van dit licht en hoe sterk de helderheid van deze lichtende bron. Werkelijk, dit licht hield zich verborgen in de teruggetrokkenheid van het slotleven en buiten straalt een lichtende glans; zij leefde ingetogen in een klein klooster en buiten verspreidde zij zich in de grootsheid van de wereld. Zij beschermde zich binnen en verspreidde zich buiten. Clara verborg zich inderdaad: maar haar leven werd voor iedereen kenbaar. Clara zweeg maar haar faam schreeuwde” H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. FF, 3284. En zo is het waarlijk, dierbare vrienden: het zijn de heiligen die de wereld ten goede veranderen, op een duurzame manier omvormen, door haar energieën in te blazen die alleen de liefde die door het Evangelie geïnspireerd wordt, kan opwekken. De heiligen zijn de grote weldoeners van de mensheid!
De spiritualiteit van de heilige Clara, de synthese van haar idee van heiligheid is te vinden in de vierde brief aan de heilige Agnes van Praag. De heilige Clara neemt haar toevlucht tot een zeer verspreid beeld in de Middeleeuwen, ontleend aan de Kerkvaders: de spiegel. En zij nodigt haar vriendin uit Praag zich te spiegelen in die spiegel van volmaakte deugdzaamheid, die de Heer zelf is. Zij schrijft: “Zeker gelukkig is zij aan wie het gegeven is deel te hebben aan het sacrale festijn om zich vanuit het diepste van haar hart (aan Christus) te hechten, aan Hem wiens schoonheid door de hemelse legerscharen onophoudelijk bewonderd wordt, wiens vriendschap ontroert, wiens contemplatie voedt, wiens welwillendheid overgelukkig maakt, wiens zachtmoedigheid tevreden maakt, wiens herinnering een zachte pijn is, wiens geur de doden zal doen herleven, Hem te zien in heerlijkheid zal het geluk zijn van de bewoners van het Jeruzalem daarboven. Dit alles omdat Hij de schittering is van de eeuwige glorie, de schittering van het eeuwige licht en de spiegel zonder smet. Deze spiegel, beschouw hem elke dag, o koningin, bruid van Jezus Christus, en hou niet op er u in te schouwen opdat ... gij u innerlijk en uiterlijk kunt tooien zoals het past ... In deze spiegel schitteren de zalige armoede, de heilige nederigheid en de onuitsprekelijke naastenliefde” H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. FF, 2901-2903.
Dankbaar aan God die ons heiligen geeft die tot ons hart spreken en ons tot voorbeeld zijn van christelijk leven ter navolging, zou ik willen besluiten met de zegen die de heilige Clara opstelde voor haar medezusters, tot op vandaag met grote devotie bewaard door de Clarissen die door hun gebed en werk een kostbare rol vervullen in de Kerk. Het zijn bewoordingen die heel de tederheid van haar geestelijk moederschap tot uiting brengen:
“Ik zegen u in mijn leven en na mijn dood, zoals ik kan en meer dan ik kan, met alle zegeningen waarmee de Vader van alle barmhartigheid zou kunnen zegenen en in de hemel en op aarde de zonen en dochters zal zegenen en waarmee een geestelijke vader en moeder hun geestelijke zonen en dochters zouden kunnen zegenen en zullen zegenen. Amen.” H. Clara van Assisi, Brieven, Lettera. FF, 2856.
Na de samenvatting van de catechese in het Duits begroette de Paus de Duitstalige pelgrims.
Heel hartelijk begroet ik de Duitssprekende pelgrims en bezoekers; en uit Nederland de verantwoordelijken en seminaristen van het Theologisch Instituut Sint Willibrordus uit het Bisdom Haarlem-Amsterdam onder begeleiding van Bisschop Joseph Maria Punt. Alleen de heiligen kunnen de wereld blijvend ten goede veranderen, want door hen worden krachten werkzaam, die alleen door de liefde tot Christus worden opgewekt. Treden wij binnen in de deze School en laten we ons door haar tot de Heer brengen. U allen wens ik een gezegende tijd in Rome.