Msgr. Nikola Eterovic - 6 juni 2010
De katholieke Kerk, “die het mystiek lichaam van Christus is, bestaat uit gelovigen die organisch zijn verenigd in de Heilige Geest door hetzelfde geloof, door dezelfde Sacramenten en eenzelfde bestuur en die, door zich te verenigen in verschillende vaste gemeenschappen, verbonden door de hiërarchie de particuliere Kerken of riten vormen. Onder hen is een bijzondere gemeenschap van kracht, zodat de verscheidenheid niet alleen de eenheid van de Kerk niet schaadt, maar haar zelfs manifesteert”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de Oosterse Kerken, Orientalium Ecclesiarum (21 nov 1964), 2
Wanneer men uitgaat van de ontvangen antwoorden, blijkt duidelijk dat de gelovigen zich bewust zijn van het feit dat de christelijke gemeenschap als fundament het model heeft van het goddelijk leven in het mysterie van de Drie-eenheid. God is liefde Vgl. 1 Joh. 4, 8
en de relaties tussen de goddelijke personen zijn liefdesrelaties. Zo is de gemeenschap in de Kerk onder alle ledematen van het Lichaam van Christus gebaseerd op liefdesrelaties: ”Zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn” (Joh. 17, 21). Het is noodzakelijk dat wij binnen iedere Kerk onder elkaar de gemeenschap zelf beleven van de heilige Drie-eenheid. Het leven van de Kerk en de Kerken van het oosten moet een gemeenschap van leven in liefde zijn naar het voorbeeld van de eenheid van de Zoon met de Vader en de Geest. Ieder is lidmaat van het Lichaam waarvan Christus het hoofd is.