
Paus Benedictus XVI - 18 augustus 2010
Dierbare broeders en zusters,
Ik zou vandaag willen stilstaan bij de figuur van mijn voorganger, de heilige Pius X, wiens liturgische gedachtenis volgende zaterdag gevierd wordt, en ik zou hierbij enkele trekken willen benadrukken die ook nuttig kunnen zijn voor de herders en gelovigen van onze tijd.
Het pontificaat van de heilige Pius X heeft in de Kerkgeschiedenis een onuitwisbaar merkteken nagelaten en was gekentekend door een grote inspanning tot hervorming, samengevat in de leuze “Instaurare omnia in Christo”, “alles in Christus vernieuwen”. Zijn uitspraken hebben de verschillende Kerkelijke middens inderdaad hevig in beroering gebracht. Meteen wijdde hij zich aan de reorganisatie van de Romeinse Curie; daarna begon hij met de redactie van het Wetboek
Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), dat zijn opvolger Benedictus XV heeft uitgevaardigd. Hij bevorderde vervolgens de herziening van de studies en het “iter” van de opleiding van de toekomstige priesters, ook mede door de oprichting van verschillende regionale seminaries die uitgerust werden met bibliotheken van niveau en bekwame professoren. Een ander belangrijk domein was de vorming van het volk Gods in de leer. In de jaren dat hij pastoor was, had hij zelf een catechismus opgesteld en tijdens zijn bisschopsambt in Mantua, had hij ervoor geijverd dat men tot één enkele catechismus zou komen, zelfs een universele, ten minste een Italiaanse. Als ware herder had hij begrepen dat in de toenmalige toestand, onder meer omwille van het emigratiefenomeen, een catechismus noodzakelijk was, waarnaar elke gelovige kan verwijzen, onafhankelijk van plaats en levensomstandigheden. Als Paus, schreef hij een tekst van de christelijke leer voor het bisdom Rome, die daarna in heel Italië en de wereld verspreid werd. Deze catechismus, “van Pius X” genoemd, is voor vele mensen een zekere gids geweest om de geloofswaarheden te leren, dank zij zijn eenvoudige en heldere taal en concrete presentatie.
Hij besteedde veel aandacht aan de hervorming van de liturgie, in het bijzonder van de sacrale muziek om de gelovigen tot een dieper gebedsleven te brengen en tot betere deelname aan de sacramenten. In het Motu proprio “H. Paus Pius X - Motu Proprio
Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines
Instructie over de gewijde muziek
(20 november 1903)” (1903, het eerste jaar van zijn pontificaat) zei hij dat de eerste en onmisbare bron van de ware christelijke geest, ligt in de actieve deelname aan de allerheiligste mysteries en het publieke, plechtige gebed van de Kerk Vgl. H. Paus Pius X, Motu Proprio, Instructie over de gewijde muziek, Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines (20 nov 1903). AAS 36 (1903), 531. Daarom gaf hij als aanbeveling, dikwijls en goed voorbereid tot de sacramenten te naderen, waarbij hij de dagelijkse communie aanmoedigde, en vervroegde hij op gepaste wijze de eerste communie van de kinderen naar de leeftijd van zeven jaar, “wanneer het kind begint te redeneren” Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Decreet over de eucharistische Communie en de ziekenzalving van kinderen, Quam Singularis Christus amore (8 aug 1910). AAS 2 (1910), 582.