Paus Benedictus XVI - 25 juli 2010
Geliefde broeders en zusters,
Het Evangelie van deze zondag presenteert ons Jezus in gebed, een beetje afgezonderd van Zijn leerlingen. Wanneer Hij Zijn gebed beëindigd heeft, vraagt één van Zijn leerlingen Hem: “Heer, leer ons bidden” (Lc. 11, 1). Jezus maakt geen enkel bezwaar, Hij gebruikt geen vreemde of esoterische formuleringen maar zegt in grote eenvoud: “Wanneer ge bidt, zeg dan: ...” en Hij leert hun het Onze Vader Vgl. Lc. 11, 2-4 dat Hij uit Zijn eigen gebed haalt, het gebed waarmee Hij zich tot God, Zijn Vader richt. De heilige Lucas geeft ons het Onze Vader in een kortere vorm dan die van het Evangelie van de heilige Matteüs, die algemeen gebruik geworden is. We hebben hier de eerste woorden uit de Heilige Schrift die wij in onze kindertijd leerden. Zij prenten zich in ons geheugen, geven vorm aan ons leven, begeleiden ons tot onze laatste ademtocht. Zij openbaren ons dat “kinderen van God niet kant-en-klaar afgeleverd worden, we ontwikkelen ons tot kinderen van God door steeds dieper in gemeenschap met Jezus te leven, kind van God zijn wordt Christus navolgen” Paus Benedictus XVI, Boek, Deel I, Jezus van Nazareth - Het leven van Jezus - tussen Zijn doop in de Jordaan en de Gedaanteverandering (13 apr 2007). Lannoo 2007, p. 144.
Vandaag wordt de apostel de heilige Jakobus gevierd, de “Grote” genaamd, die zijn vader en zijn vissersstiel achterliet om Jezus te volgen en die als eerste onder de apostelen zijn leven gaf voor Jezus. Ik denk bijzonder en van harte aan de bedevaarders die met velen uit Santiago de Compostela gekomen zijn! Moge de Maagd Maria ons helpen de schoonheid en diepte van het christelijk gebed te ontdekken.