H. Paus Johannes Paulus II - 14 september 2000
Eerwaarde broeders in het episcopaat, dierbare broeders en zusters overal ter wereld!De volgende 'Wereldroepingendag', die zal zijn op 6 mei 2001 en dus slechts enkele maanden na de afsluiting van het grote Jubeljaar, heeft als thema 'Het leven als roeping'. Met deze boodschap wil ik met u stilstaan bij een onderwerp dat in het christelijk leven van ontegenzeggelijk belang is.
Het woord 'roeping' is een heel goede definitie van de relatie die God in de vrijheid van de liefde met ieder mens heeft, omdat "ieder leven een roeping is". H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de ontwikkeling van de volken, Populorum Progressio (26 mrt 1967), 15 Toen God zijn scheppingswerk had voltooid, keek Hij naar de mens en zag dat deze "heel goed" was Vgl. Gen. 1, 31 : Hij schiep hem "als zijn beeld", Hij gaf hem de wereld in handen om die te bewerken en riep hem tot een innige, liefdevolle relatie.
Roeping is het woord dat ons inzicht geeft in de dynamiek van Gods openbaring en zo de mens de waarheid omtrent zijn bestaan openbaart. "De hoogste zingeving van de menselijke waardigheid", zo lezen wij in het conciliaire document 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965), "is gelegen in de roeping van de mens tot gemeenschap met God. Reeds vanaf zijn oorsprong wordt de mens uitgenodigd tot een dialoog met God. Hij bestaat alleen, omdat hij, door God uit liefde geschapen, steeds uit liefde in het leven wordt gehouden, en hij leeft niet volledig volgens de waarheid, als hij deze liefde niet vrijwillig erkent en zich aan zijn Schepper toevertrouwt." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 19 In deze liefdevolle dialoog met God vinden wij de basis van ieders mogelijkheid om zich te ontplooien naar zijn of haar eigen lijnen en eigenschappen, die hem of haar als geschenk gegeven zijn en 'zin' kunnen geven aan zijn of haar persoonlijke verhaal en aan de fundamentele relaties van zijn of haar dagelijks bestaan, wanneer hij of zij de weg gaat die naar de volheid van het leven leidt.
Aan de oorsprong van elke roepingsweg staat Immanuël, God met ons. Hij laat ons zien dat wij ons leven niet alleen vormgeven, maar dat God met ons mee gaat, in al onze voor- en tegenspoed, en als wij dat willen, weeft Hij met ieder van ons een prachtig verhaal van liefde, uniek en onvervangbaar, en tegelijkertijd in harmonie met heel de mensheid en heel de kosmos. Gods aanwezigheid in ons eigen verhaal ontdekken en ons niet langer een wees voelen, maar weten dat wij een Vader hebben op wie wij volledig kunnen vertrouwen - dat is de grote omslag die ons beperkte menselijke perspectief verandert en de mens doet inzien dat hij, zoals 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) stelt, "zichzelf alleen volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 24 Deze woorden van het Tweede Vaticaans Concilie bevatten het geheim van het christelijk bestaan en van alle authentieke menselijke zelfverwerkelijking.
Wij hebben gewijde ambtsdragers nodig die "in de verschillende tijden en op de verschillende plaatsen, de blijvende garantie voor de sacramentele tegenwoordigheid van Christus, de Verlosser" H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 55 zijn en die in hun verkondiging van het Woord en viering van de eucharistie en de andere sacramenten, de christelijke gemeenschappen leiden op de weg van het eeuwige leven.
We hebben mannen en vrouwen nodig die door hun getuigenis "onder de gedoopten het besef levend houden voor de wezenlijke waarden van het evangelie" en die in "het volk van God blijvend het besef dat het door heiligheid van leven beantwoorden moet aan de liefde van God die door de heilige Geest in de harten is uitgestort" bevorderen, "doordat zij in hun doen en laten de sacramentele toeheiliging aan God weerspiegelen die door God in het doopsel, vormsel en wijding tot stand is gebracht". H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over het gewijde leven en zijn zending in de Kerk en de wereld, Vita Consecrata (25 mrt 1996), 33
Moge de heilige Geest een overvloedig aantal mensen tot een bijzondere wijding roepen, zodat zij op hun beurt de christenen kunnen aanmoedigen om het evangelie met heel hun hart te volgen, en zij alle mensen kunnen helpen om de zin van het bestaan gemakkelijker te doorzien als de manifestatie van Gods schoonheid en heiligheid.
In dit verband denk ik aan de belangrijke rol van de pastores van Gods volk. Ik houd hen de woorden voor van het Tweede Vaticaans Concilie: "Op de eerste plaats moet het de priesters dus zeer ter harte gaan om door de bediening van het woord en een voorbeeld van eigen leven dat de geest van dienstbaarheid en de echte paasvreugde uitstraalt aan de gelovigen de verhevenheid en de noodzaak van het priesterschap voor ogen te houden ... . Om dit te bereiken is een verstandige en nauwgezette geestelijke leiding van het hoogste belang. ... Men moet echter niet verwachten, dat deze roepstem van God de toekomstige priester op een of andere buitengewone manier ter ore komt. Zij moet immers veeleer worden verstaan en beoordeeld vanuit de tekenen waarin de wil van God dagelijks aan verstandige christenen bekend wordt; deze tekenen moeten door de priesters met nauwlettendheid worden gadegeslagen." 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het leven en dienst van de priester, Presbyterorum Ordinis (7 dec 1965), 11
Voorts denk ik aan de gewijde mannen en vrouwen, geroepen om te getuigen van de waarheid dat onze enige hoop in Christus is, dat alleen Hij de energie kan geven die nodig is voor een levenskeuze als de hunne en dat de mens alleen met Hem een antwoord kan vinden op de diepste verlossingbehoeften van de mensheid. Moge de aanwezigheid en de dienstbaarheid van gewijde mensen de harten en geesten van jonge mensen openstellen voor vergezichten van van God vervulde hoop en moge hun aanwezigheid en dienstbaarheid hen nederigheid leren en ruimhartigheid in liefde en dienstbetoon. Moge het zinvolle dat zij door hun gewijde leven bijdragen aan de Kerk en aan de cultuur, zich steeds beter vertalen in concrete pastorale bijdragen, om jonge mensen te vormen en te leren om de roepstem van de Heer te horen en de vrijheid van geest te hebben om daar voluit en met enthousiasme gehoor aan te geven.
De activiteit binnen het gezin moet worden ondersteund door catecheten en christelijke docenten, die speciaal geroepen zijn om het roepingsbesef bij jongeren te stimuleren. Hun taak is het om de jongere generaties te helpen om erachter te komen wat Gods plan met elk van hen is en in hen de bereidheid te kweken om, wanneer God hen roept, hun leven tot een geschenk voor die missie te maken. Dat gebeurt door het voortdurend maken van keuzes die hem of haar voorbereiden op het totale 'ja' waarmee iemand zijn of haar hele bestaan ten dienste van het evangelie stelt. Beste catecheten en docenten, help de jonge mensen die aan uw zorg zijn toevertrouwd, om dit doel te bereiken en naar boven te kijken om de voortdurende verleiding van het compromis te weerstaan. Leer hen om te vertrouwen op God, die de Vader is, en toon hen de buitengewone grootheid van zijn liefde waarmee Hij elk mens een eigen taak toevertrouwt ten dienste van de grote opdracht tot 'de vernieuwing van de aarde'.
De viering van de eucharistie en het gebed doen ons beter begrijpen wat Jezus zei: "De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag dus de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst" (Mt. 9, 37-38) Vgl. Lc. 10, 2 . Wanneer men bidt voor de roepingen, leert men met de wijsheid van het evangelie te kijken naar de wereld en naar de noden van het leven en de verlossing van ieder mens. Bovendien leeft men vanuit Christus' naastenliefde en erbarmen jegens de mensheid en heeft men de genade om, naar het voorbeeld van de heilige Maagd, te kunnen zeggen: "Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt" (Lc. 1, 38).
Ik nodig iedereen uit om met mij tot de Heer te bidden, zodat er nooit meer te weinig arbeiders zullen zijn voor zijn oogst:
Heilige Vader, eeuwige bron van leven en liefde, die in de levende mens de pracht toont van uw glorie en in zijn hart het zaad van uw roeping hebt gezaaid, laat niemand, door onze onachtzaamheid, deze gave negeren of verliezen, maar moge iedereen met heel zijn hart en ziel de weg naar de verwezenlijking van uw liefde gaan.Vanuit het Vaticaan, 14 september 2000Heer Jezus, die op uw pelgrimstocht langs de wegen van Palestina, de apostelen uitkoos, bij name riep en hun elk de opdracht gaf om het evangelie te verkondigen, de gelovigen te voeden en de goddelijke eredienst te vieren, maak dat het uw Kerk ook in deze tijd niet ontbreekt aan talrijke heilige priesters, die aan allen de vruchten van uw dood en verrijzenis kunnen brengen.
Heilige Geest, die de Kerk heiligt door de voortdurende uitstorting van uw gaven, leg in het hart van hen die tot het gewijde leven geroepen zijn een diepgewortelde en vastberaden hartstocht voor het Koninkrijk, opdat zij met een volmondig en onvoorwaardelijk 'ja' hun gehele leven ten dienste van het evangelie mogen stellen.
Allerheiligste Maagd, die zonder aarzelen Uzelf aan de Almachtige schonk voor de volbrenging van zijn heilsplan, leg vertrouwen in het hart van jonge mensen, zodat er altijd ijverige jonge pastores zullen zijn die het christelijke volk kunnen leiden op de weg ten leven, en gewijde zielen die weten hoe zij moeten getuigen, in kuisheid, armoede en gehoorzaamheid, van de bevrijdende tegenwoordigheid van uw verrezen Zoon.
Amen.
Paus Johannes Paulus II