EDUCATIEVE RICHTLIJNEN OVER DE MENSELIJKE LIEFDESchets voor een seksuele opvoeding
(Soort document: Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten))
1 november 1983
De tussenpersoonlijke dialoog die voor de seksuele opvoeding vereist is, tracht in degene die opgevoed moet worden een innerlijke bereidheid te doen ontstaan welke geschikt is het gedrag van de persoon te motiveren en te leiden. Een dergelijke houding nu is nauw verbonden met waarden die geïnspireerd zijn door het begrip van het leven. De seksuele opvoeding, welke niet herleid kan worden tot loutere leerstof of theoretische kennis, bestaat niet in een programma dat geleidelijk afgewikkeld moet worden, maar is een bijzonder doel dat bereikt moet worden, namelijk de affectieve volwassenheid van de leerling, de beheersing van zichzelf en het juiste gedrag in de sociale betrekkingen.
De school kan op verschillende manieren bijdragen aan de verwezenlijking van dit doel. Alle vakken kunnen de gelegenheid bieden onderwerpen inzake de seksualiteit onder ogen te zien; de leraar moet dat altijd op positieve wijze en met grote fijngevoeligheid doen door concreet de gelegenheden en methoden te toetsen.
De individuele seksuele opvoeding behoudt altijd een voorrangswaarde en kan niet zonder onderscheid aan ieder lid van de schoolgemeenschap worden toevertrouwd. Zoals namelijk in het vervolg zal worden duidelijk gemaakt, vereist deze opvoeding van de opvoeder behalve een juist oordeel, verantwoordelijkheidszin, beroeps bekwaamheid, affectieve rijpheid en discretie, ook een opvallende gevoeligheid om het kind en de puber vertrouwd te maken met de problemen van de liefde en het leven zonder hun psychologische ontwikkeling te verstoren.
© 1984, Archief van Kerken, jrg. 39, nr. 2, p. 17-28