1 november 1983
EDUCATIEVE RICHTLIJNEN OVER DE MENSELIJKE LIEFDE Schets voor een seksuele opvoeding |
|||
► | Enkele fundamentele beginselen | ||
► | Christelijk begrip voor seksualiteit |
De menselijke persoon vraagt door zijn innerlijke aard een onbaatzuchtige verhouding welke een wederkerigheid van liefde omvat. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 12 De seksen vullen elkaar aan: tegelijkertijd gelijk en-verschillend; niet identiek, maar gelijken in de waardigheid van persoon; zij zijn gelijken om elkaar te verstaan, verschillend om elkaar wederzijds aan te vullen.
De maagdelijkheid omwille van het rijk der hemelen drukt daarom beter de overgave van Christus aan de Vader uit voor zijn broeders en beeldt met grotere nauwgezetheid de werkelijkheid van het eeuwig leven uit, waarvan het hele wezen liefde is. Vgl. 1 Kor. 7, 32-34 Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 16
De maagdelijkheid sluit ongetwijfeld het afstand doen in van de liefdesvorm die typisch is voor het huwelijk, maar deze afstand wordt gedaan om dieper het dynamisme te aanvaarden van de offervaardige openheid voor de anderen, welke in de seksualiteit ligt, en haar open te stellen voor de omvormende kracht van de aanwezigheid van de Geest die de Vader en de broeders leert liefhebben zoals de Heer Jezus.
Liefde en vruchtbaarheid zijn, hoe het ook zij, tekenen en waarden van de seksualiteit die elkaar insluiten en wederzijds om elkaar vragen en dus noch als alternatieven noch als tegenstellingen kunnen worden beschouwd.