
1 november 1983
De toekomstige echtgenoten moeten de diepe betekenis van het huwelijk kennen als liefdesverbond voor de verwezenlijking van het paar en voor de voortplanting. De hechtheid van het huwelijk en van de christelijke liefde vereisen als onontbeerlijke voorwaarden kuisheid en zelfbeheersing, karaktervorming en offergeest. Wegens bepaalde moeilijkheden van het huwelijksleven, welke door de omstandigheden van onze tijd worden verzwaard, zal de kuisheid als passende voorbereiding van de jongeren op de huwelijkskuisheid een beslissende hulp zijn voor de jonge echtgenoten. Zij moeten bovendien ingelicht worden over de goddelijke wet welke verklaard wordt door het leergezag, hetgeen nodig is voor de vorming van hun geweten. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 17-18