Paus Benedictus XVI - 8 december 2010
Voor de Kerk betekent dialoog tussen de aanhangers van de verschillende godsdiensten een belangrijk middel tot samenwerking met alle religieuze gemeenschappen voor het algemeen belang. De Kerk zelf verwerpt niets dat waar en heilig is in de verschillende religies. “Zij heeft hoge achting voor die leef- en gedragswijzen, voorschriften en onderricht die, hoewel op veel manieren afwijkend van haar eigen leer, toch vaak een lichtstraal van die waarheid weerspiegelt die alle mensen verlicht”. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 2
De weg die we moeten gaan is niet die van relativisme of religieus syncretisme. De Kerk “verkondigt Christus, en dat is steeds haar taak. Hij is ‘de weg, de waarheid en het leven’ (Joh. 14, 6), in wie de mensen de volheid van het religieuze leven vinden en in wie God alle dingen met zich verzoent”. 2e Vaticaans Concilie, Verklaring, Over de houding van de Kerk tegenover niet-christelijke godsdiensten, Nostra Aetate (28 okt 1965), 2 Toch sluit dit op geen enkele manier de dialoog uit en het samen zoeken naar waarheid op de verschillende gebieden van het leven. Immers, zoals de heilige Thomas van Aquino vaak zei: “elke waarheid, door wie ook geuit, komt van de heilige Geest”. H. Thomas van Aquino, Expositio in evangelium Joannis. I, 3
Het jaar 2011 markeert de vijfentwintigste verjaardag van de Wereldgebedsdag voor de Vrede waartoe H. Paus Johannes Paulus II - Toespraak
Tot de vertegenwoordigers van Christelijke Kerken en kerkelijke gemeenschappen en van de wereldreligies voor de wereldgebedsdag voor de vrede
Basilica van Sint Franciscus van Assisi - Interreligieuze gebedsdag Assisi 1986
(27 oktober 1986) had uitgenodigd. Bij die gelegenheid getuigden de leiders van de grote wereldreligies van het feit dat religie een factor van eenheid en vrede is en niet van verdeeldheid en conflict. De herinnering aan die ervaring geeft reden tot hoop op een toekomst waarin alle gelovigen zichzelf als middelaars van gerechtigheid en vrede zien en dat ook zullen zijn.