OVER DE BETEKENIS VAN HET KRUISTijdens de H. Mis voor priesters, religieuzen, diakens, catechisten en vertegenwoordigers van de Cypriotische kerkelijke bewegingen - Latijnse parochiekerk van het H. Kruis - Nicosia
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Homilie)
Paus Benedictus XVI -
5 juni 2010
OVER DE BETEKENIS VAN HET KRUIS
Tijdens de H. Mis voor priesters, religieuzen, diakens, catechisten en vertegenwoordigers van de Cypriotische kerkelijke bewegingen - Latijnse parochiekerk van het H. Kruis - Nicosia
Dierbare broeders en zusters in Christus,
De Mensenzoon moet omhoog geheven worden opdat ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven zal hebben Vgl. Joh. 3, 14-15
. Tijdens deze votiefmis aanbidden en bidden wij tot onze Heer Jezus Christus omdat Hij door Zijn heilig Kruis de wereld vrijgekocht heeft. Door Zijn dood en verrijzenis heeft Hij de poorten van de hemel geopend en voor ons een plaats bereid opdat wij, Zijn leerlingen, deel kunnen hebben aan Zijn heerlijkheid.
In de vreugde van de overwinning van Christus de Verlosser, groet ik u allen die hier samengekomen bent in de kerk van het Heilig Kruis en dank u voor uw aanwezigheid. Ik heb de hartelijkheid van uw onthaal zeer gewaardeerd. Ik ben vooral Zijne Zaligheid de Latijnse Patriarch van Jeruzalem dankbaar voor zijn verwelkoming bij de aanvang van de Mis en voor de aanwezigheid van de Broeder, Bewaarder van het Heilig Land. Hier op Cyprus, de grond die de eerste aanlegplaats was op de missiereizen van de heilige Paulus rond de Middellandse Zee, kom ik vandaag bij u en zet mijn stappen in die van de grote apostel om u in uw christelijk geloof te bevestigen en het Evangelie te verkondigen dat leven en hoop bracht aan de wereld.
Het hart van onze viering vandaag, is het Kruis van Christus. Velen zouden kunnen verleid zijn te vragen waarom wij, christenen, een foltertuig vieren, teken van lijden, nederlaag en mislukking. Het is waar dat het Kruis een uitdrukking is van dit alles. En toch, omdat Christus voor ons heil op het kruis verheven werd, vertegenwoordigt het ook de definitieve overwinning van Gods liefde op alle vormen van kwaad in de wereld.
Volgens een oude antifoon zou het kruishout afkomstig zijn van een boom geplant door Set, zoon van Adam, op de plaats waar Adam begraven werd. Precies op die plaats, gekend onder de naam Golgotha, Schedelplaats, plantte Set een zaadje afkomstig van de boom van de kennis van goed en kwaad, de boom die in het midden van de tuin van Eden stond. Door Gods voorzienigheid werd zo het werk van de Boze teniet gedaan want zijn eigen wapens hebben zich tegen hem gekeerd.
Door de slang bekoord, had Adam zijn kinderlijk vertrouwen in God opgegeven en had hij gezondigd door de vrucht te eten van de enige boom uit de tuin die hem verboden was. Door deze zonde, zijn lijden en dood in de wereld gekomen. De tragische uitwerkingen van de zonde, lijden en dood, verschijnen al te duidelijk in de geschiedenis van Adams afstamming. Wij zien het in de eerste lezing van deze dag die een weerklank is van de zondeval en van de aankondiging van de verlossing door Christus.
Als een straf voor hun zonde, werden de leden van het volk van Israël, dat wegkwijnde in de woestijn, door slangen gebeten en konden zij alleen van de dood gered worden als ze opkeken naar het teken dat Mozes had opgericht, een voorafbeelding van het Kruis dat eens en voor altijd een einde zou maken aan zonde en dood. Wij zien duidelijk dat de mens zichzelf niet kan redden van de gevolgen van zijn zonde. Hij kan zichzelf niet redden van de dood. Alleen God kan hem bevrijden van zijn lichamelijke en morele slavernij. En omdat Hij de wereld zozeer beminde, heeft Hij Zijn enige Zoon gezonden, niet om de wereld te veroordelen – zoals de rechtvaardigheid het lijkt te vorderen – maar opdat de wereld door Hem zou gered worden. De enige Zoon van God moest verheven worden, zoals Mozes de slang verheven had in de woestijn, opdat iedereen die in geloof naar Hem zou opkijken, leven zou hebben.
Het kruishout is het middel van onze verlossing geworden, evenals de boom die betrokken was bij de val van onze eerste ouders. Lijden en dood die het gevolg waren van de zonde, zijn zelf middelen geworden waardoor de zonde overwonnen werd. Het onschuldige Lam werd geslacht op het altaar van het kruis en toen is nieuw leven ontsprongen aan de slachting van het slachtoffer: de macht van het kwaad werd vernietigd door de macht van de liefde die zich slachtoffert.
Het kruis is dus veel groter en mysterievoller dan het op het eerste zicht lijkt. Het is inderdaad een folterwerktuig, een instrument van lijden en mislukking maar het drukt tegelijk de volledige transformatie uit, de definitieve omverwerping van zijn droefheid: dat maakt het tot het welsprekendste symbool van hoop dat de wereld ooit gezien heeft. Het spreekt tot iedereen die lijdt – verdrukten, zieken, armen, paria’s, slachtoffers van geweld – en biedt hun de hoop dat God hun lijden in vreugde kan omvormen, hun eenzaamheid in gemeenschap, hun dood in leven. Het biedt grenzeloze hoop aan onze gevallen wereld.
Daarom heeft de wereld het Kruis nodig. Het Kruis is niet uitsluitend een symbool zonder devotie. Het is niet alleen het onderscheidingsteken van de leden van een bepaalde groepering in de samenleving en in zijn diepste betekenis heeft het niets te maken met het dwangmatig opleggen van een credo of filosofie. Het Kruis spreekt over hoop, over liefde, over de overwinning van geweldloosheid op verdrukking. Het zegt dat God opricht wie nederig is, dat Hij de zwakke sterkt, dat Hij triomfeert over verdeeldheid en dat Hij haat te boven komt door liefde. Een wereld zonder het Kruis zou een wereld zonder hoop zijn, een wereld waarin foltering en brutaliteit onbeheerst worden, waarin zwakheid uitgebuit wordt en hebzucht het laatste woord zou hebben. De onmenselijkheid van de mens voor de mens zou zich manifesteren op een steeds gruwelijker manier en er zou geen einde komen aan de vicieuze cirkel van het geweld. Alleen het Kruis stelt er een einde aan. Terwijl geen enkele aardse macht ons kan redden van de gevolgen van onze zonden en geen enkele aardse macht de onrechtvaardigheid in haar wortel kan overwinnen, heeft de heilzame tussenkomst van onze God van liefde de werkelijkheid van zonde en dood echter getransformeerd in hun tegendeel. Dat vieren wij vandaag wanneer wij ons beroemen op het Kruis van onze Verlosser. Dat doet de heilige Andreas van Kreta terecht wanneer hij het Kruis beschrijft als “het beste en prachtigste van al wat goed is; want in het kruis, door het kruis en voor het kruis ligt het wezenlijke van ons heil en werd het voor ons hersteld”
H. Andreas van Kreta, Oratio. X; PG 97, 1018-1019; Brevier, Lezingendienst, 14 september.
Dierbare broeders – priesters, dierbare religieuzen, dierbare catechisten, de boodschap van het Kruis werd ons toevertrouwd opdat wij de wereld hoop zouden kunnen geven. Wanneer wij de gekruisigde Christus verkondigen, is Hij het die we verkondigen en niet onszelf. Wij bieden niet onze wijsheid aan de wereld, wij eisen evenmin een verdienste op van onzentwege, doch wij treden op als kanalen van Zijn wijsheid, van Zijn liefde en van Zijn verlossende verdiensten. Wij weten dat wij slechts aarden kruiken zijn, en toch, het verwondert ons dat wij gekozen werden om herauten te zijn van de waarheid die redt en waaraan de wereld nood heeft. Laat ons nooit ophouden ons te verwonderen over de buitengewone genade die ons gegeven werd. Laat ons nooit ophouden onze onwaardigheid te erkennen. Maar laten wij ons tegelijk inspannen minder onwaardig te worden voor onze edele roeping, uit vrees dat wij door onze fouten en tekorten de geloofwaardigheid zouden verzwakken van ons getuigenis.
Sta me toe, mij in dit
Priesterjaar in het bijzonder te richten tot de priesters die vandaag aanwezig zijn en tot hen die zich op de wijding voorbereiden. Overweeg de woorden die tot de pas gewijde priester gericht worden wanneer de bisschop hem de kelk en de pateen aanbiedt: “Begrijp wat ge doet, imiteer wat ge viert, en breng uw leven in overeenstemming met het mysterie van het Kruis van de Heer”. Wanneer wij het Kruis van Christus verkondigen, laten wij ons dan steeds inspannen om de belangeloze liefde te imiteren van Degene die zich voor ons geofferd heeft op het altaar van het Kruis, van Degene die zowel priester als slachtoffer is, van Degene in wiens persoon wij spreken en optreden wanneer wij het ambt uitoefenen dat wij ontvangen hebben. Wanneer wij nadenken, individueel of collectief, over onze gebreken, erkennen wij dan nederig dat wij de straf verdiend hebben die Hij, het onschuldig Lam in onze plaats geleden heeft. En indien wij volgens hetgeen wij verdiend hebben, deelhebben aan het lijden van Christus, laten wij ons dan verheugen want wij zullen een groter geluk genieten wanneer Zijn heerlijkheid zich openbaart.
Ik ben mij, in mijn gedachten en gebed, bijzonder bewust dat vele priesters en religieuzen in het Midden Oosten momenteel de ervaring opdoen van de bijzondere roeping om hun leven in overeenstemming te brengen met het mysterie van het Kruis van de Heer. Waar christenen een minderheid zijn, waar zij beproeving lijden omwille van etnische en religieuze spanningen, nemen vele gezinnen de beslissing te vertrekken en het kan voor hun herders verleidelijk zijn hetzelfde te doen. Nochtans, in situaties van die aard, is een priester, een religieuze gemeenschap, een parochie die standvastig blijft en die van Christus blijft getuigen, een buitengewoon teken van hoop, niet alleen voor de christenen maar voor iedereen die in die streek leeft. Alleen reeds hun aanwezigheid is een welsprekende uitdrukking van het Evangelie van vrede, van de beslistheid van de Goede Herder voor heel de kudde te zorgen, van het onwrikbaar engagement van de Kerk tot dialoog, tot verzoening en welwillende erkenning van de andere. Door het Kruis te omhelzen dat hun aangereikt wordt, kunnen de priesters en religieuzen van het Midden Oosten werkelijk de hoop laten stralen die midden in het mysterie staat dat wij in de liturgie van deze dag vieren.
Vatten wij allen moed met de woorden uit de tweede lezing van de dag, die zo prachtig spreken over de overwinning die Christus voorbehouden werd na Zijn dood op het kruis, een overwinning waaraan wij uitgenodigd zijn deel te hebben. “Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam verleend die boven alle namen is, opdat bij het noemen van Zijn naam zich iedere knie zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde” (
Fil. 2, 9-10).
Ναι, αγαπητές εν Χριστώ αδελφές και αγαπητοί αδελφοί,εμάς δε μή γένοιτο καυχάσθαι ει μή εν τώ σταυρώ του Κυρίου ημών Ιησού Χριστού. Αυτος ειναι η σωτηρία, η ζωή και η ανάστασις. Δια μέσου αυτου εσωθήκαμε και ελευθερωθήκαμε.
{De vertaling van dit in het Grieks uitgesproken gedeelte}
Ja, dierbare broeders en zusters in Christus, dat het Kruis van onze Heer Jezus Christus onze enige roem blijve Vgl. Gal. 6, 14
. Hij is ons leven, ons heil en onze verrijzenis; door Hem werden wij gered en vrij.
© 2010, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie