Paus Benedictus XVI - 12 mei 2010
Onbevlekte Moeder,
In dit genadeoord
waar de liefde van Uw Zoon Jezus, de Eeuwige Hogepriester,
ons heeft samengeroepen,
wijden wij, zonen in de Zoon en Zijn priesters,
ons toe aan Uw moederlijk Hart,
om trouw de Wil van de Vader te volbrengen.
Wij beseffen dat wij
‘zonder Jezus niets goeds kunnen doen’ Vgl. Joh. 15, 5
en dat wij enkel door Hem, met Hem en in Hem
heilsinstrumenten voor de wereld kunnen zijn.
Bruid van de Heilige Geest,
bewerk voor ons de onschatbare gave
van omgevormd te worden in Christus.
Help ons om Jezus Uw Zoon
ook in ons te laten geboren worden
door dezelfde kracht van de Geest
die U overschaduwd
en tot Moeder van de Verlosser gemaakt heeft.
Moge de Kerk op deze wijze vernieuwd worden
door heilige priesters, omgevormd door de genade
van Hem, die alles nieuw maakt.
Moeder van de Barmhartigheid,
het is Uw Zoon Jezus geweest, die ons geroepen heeft
om te worden zoals Hij:
licht van de wereld en zout van de aarde. Vgl. Mt. 5, 13-14
Help ons dan door uw krachtige voorspraak,
om nooit tekort te komen aan deze verheven roeping,
om niet toe te geven aan ons egoïsme,
aan de verleidingen van de wereld
en de verlokkingen van de Kwade.
Bewaar ons met Uw zuiverheid,
bescherm ons met Uw deemoed
en omarm ons met Uw moederlijke liefde,
die zich weerspiegelt in zo vele zielen
die aan U toegewijd zijn
en die voor ons echte geestelijke moeders geworden zijn.
Moeder van de Kerk,
wij priesters, willen herders zijn
die niet zichzelf hoeden,
maar zich aan God geven voor hun broeders en zusters
en daarin hun geluk vinden.
Niet enkel met woorden, maar met heel ons leven,
willen wij dag na dag
deemoedig ons “hier ben ik” herhalen.
Door U geleid,
willen wij apostelen van de goddelijke Barmhartigheid zijn,
vol vreugde elke dag het Heilig Misoffer vieren
en ieder die erom vraagt
het sacrament van de Verzoening aanbieden.
Voorspreekster en Middelares van de genade,
Gij zijt heel en al opgenomen
in het enige, universele middelaarschap van Christus;
smeek dan bij God
een volledig vernieuwd hart voor ons af,
een hart dat God met alle kracht bemint
en de mensheid dient zoals Gij gedaan hebt.
Herhaal bij de Heer Uw doeltreffend woord:
“Zij hebben geen wijn meer” (Joh. 2, 3),
opdat de Vader en de Zoon,
als in een nieuwe uitstorting,
de Heilige Geest over ons laten stromen.
Vol verwondering en dankbaarheid
voor Uw blijvende aanwezigheid in ons midden,
wil ook ik, in naam van alle priesters, uitroepen:
“Waaraan heb ik het te danken
dat de Moeder van Mijn Heer naar mij toe komt” (Lc. 1, 43).
Gij zijt van oudsher onze Moeder;
Gij wordt niet moe ons te ‘bezoeken’, te troosten en te ondersteunen.
Kom ons ter hulp
en bevrijd ons uit elk gevaar, dat ons bedreigt.
Door deze akte van vertrouwen en toewijding
willen Wij U op diepere en radicalere wijze,
totaal en voor altijd
in ons leven als mens en priester opnemen.
Uw aanwezigheid moge de woestijn van onze eenzaamheid
opnieuw doen bloeien
en de zon over onze duisternis doen schijnen;
ze moge na de storm de rust terugbrengen
opdat iedere mens het heil van de Heer mag zien
dat de naam en het gezicht heeft gekregen van Jezus,
die in ons hart weerspiegeld wordt,
daar het voor altijd met het Uwe verenigd is.
Amen!
Red.: Dit gebed is ook speciaal gebeden op het Sint Pietersplein, in aanwezigheid van ca. 15.000 priesters, tijdens de H. Mis ter afsluiting van het Priesterjaar, op het Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus, aan de vooravond van het Feest van het Onbevlekt Hart van Maria, vrijdag 11 juni 2010.