
Paus Benedictus XVI - 12 mei 2010
Dierbare pelgrims,
Met uw brandende kaars in de hand, lijkt u allen te samen een oceaan van licht rond deze eenvoudige kapel, met geestdrift opgericht ter ere van Gods Moeder en onze Moeder, Zij wiens terugkeer van de aarde naar de hemel voor de jonge herders op een lichtbundel leek. Doch wij hebben geen eigen licht, zoals Maria: wij krijgen het van Jezus. Zijn aanwezigheid in ons hernieuwt het mysterie en de stem uit het brandend braambos, die ooit Mozes aangetrokken heeft op de berg Sinaï en die niet ophoudt ieder te boeien die zich rekenschap geeft van een bijzonder licht dat in ons brandt zonder op te branden Vgl. Ex. 3, 2-5
. Uit onszelf zijn wij slechts een armzalige struik, waarover echter Gods heerlijkheid is neergedaald. Aan Hem dus alle glorie, aan ons de nederige belijdenis van ons niets en het eerbiedige aanbidden van Gods plannen die zullen voltooid zijn wanneer “God alles in allen zal zijn” Vgl. 1 Kor. 15, 28
. De Maagd, vol van genade, is van die plannen de onvergelijkbare dienares: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord” (Lc. 1, 38).
In onze tijd waarin het geloof op uitgestrekte gebieden van de aarde het gevaar loopt uit te doven als een vlam die niet meer gevoed wordt, is de eerste van alle prioriteiten God in deze wereld aanwezig te brengen en voor de mensen de toegang voor God te ontsluiten. Niet voor eender welke god, maar voor de God die op de Sinaï gesproken heeft; deze God wiens gelaat wij erkennen in liefde die ten einde toe beleefd wordt Vgl. Joh. 13, 1
, in de gekruisigde en verrezen Jezus Christus. Dierbare broeders en zusters, aanbid Christus de Heer in uw hart Vgl. 1 Pt. 3, 15
! Heb geen angst over God te spreken en zonder schaamte de tekens van het geloof te tonen en doe in de ogen van uw tijdgenoten het licht van Christus stralen, zoals de Kerk het in de Paaswake uitzingt, zij die de mensheid verwekt als Gods familie.
Ik voel dat de devotie en genegenheid van de gelovigen hier bijeen evenals van overal ter wereld, mij begeleiden. Ik draag de zorgen en verwachtingen van onze tijd, het lijden van de gekwetste mensheid en de problemen van de wereld met mij en leg ze aan de voeten van de Maagd van Fatima: Maagd en Moeder van God, onze veelgeliefde Moeder, spreek voor ons ten beste bij Uw Zoon opdat alle gezinnen der volken, zij die zich onderscheiden door de naam van christenen, evenals zij die hun Verlosser nog niet kennen, in vrede en eensgezindheid leven tot ze in één enkel Godsvolk verenigd zijn tot eer van de Heilige en ondeelbare Drie-eenheid.
Amen.