• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

EEN LICHT IN ONS DAT BRANDT, ZONDER OP TE BRANDEN
Na het bidden van de Rozenkrans bij de kapel van de Verschijningen, Schrijn van Onze Lieve Vrouw te Fatima

Dierbare pelgrims,

Met uw brandende kaars in de hand, lijkt u allen te samen een oceaan van licht rond deze eenvoudige kapel, met geestdrift opgericht ter ere van Gods Moeder en onze Moeder, Zij wiens terugkeer van de aarde naar de hemel voor de jonge herders op een lichtbundel leek. Doch wij hebben geen eigen licht, zoals Maria: wij krijgen het van Jezus. Zijn aanwezigheid in ons hernieuwt het mysterie en de stem uit het brandend braambos, die ooit Mozes aangetrokken heeft op de berg Sinaï en die niet ophoudt ieder te boeien die zich rekenschap geeft van een bijzonder licht dat in ons brandt zonder op te branden Vgl. Ex. 3, 2-5 . Uit onszelf zijn wij slechts een armzalige struik, waarover echter Gods heerlijkheid is neergedaald. Aan Hem dus alle glorie, aan ons de nederige belijdenis van ons niets en het eerbiedige aanbidden van Gods plannen die zullen voltooid zijn wanneer “God alles in allen zal zijn” Vgl. 1 Kor. 15, 28 . De Maagd, vol van genade, is van die plannen de onvergelijkbare dienares: “Zie de dienstmaagd des Heren; mij geschiede naar uw woord” (Lc. 1, 38).

Dierbare pelgrims, laten wij zoals Maria doen door in ons leven Haar “mij geschiede naar Uw woord” te laten weerklinken! Aan Mozes had God opgedragen: “Doe uw sandalen uit want de plaats waar gij staat is heilige grond” (Ex. 3, 5). Dat deed hij ook; en hij trok zijn sandalen opnieuw aan om zijn volk te gaan bevrijden uit de slavernij in Egypte en het naar het beloofde land te leiden. Het gaat hier niet simpelweg om het bezit van een stuk land of dat nationale territorium waarop ieder volk recht heeft; wat in de strijd voor de bevrijding van Israël en tijdens zijn exodus uit Egypte in het licht gesteld wordt, is vooral het recht op de vrijheid om te aanbidden, de vrijheid een eigen cultus te hebben. Bijgevolg krijgt in heel de geschiedenis van het uitverkoren volk, de belofte van land, steeds meer betekenis: de grond wordt gegeven opdat er een oord van gehoorzaamheid zou zijn, open ruimte voor God.

In onze tijd waarin het geloof op uitgestrekte gebieden van de aarde het gevaar loopt uit te doven als een vlam die niet meer gevoed wordt, is de eerste van alle prioriteiten God in deze wereld aanwezig te brengen en voor de mensen de toegang voor God te ontsluiten. Niet voor eender welke god, maar voor de God die op de Sinaï gesproken heeft; deze God wiens gelaat wij erkennen in liefde die ten einde toe beleefd wordt Vgl. Joh. 13, 1 , in de gekruisigde en verrezen Jezus Christus. Dierbare broeders en zusters, aanbid Christus de Heer in uw hart Vgl. 1 Pt. 3, 15 ! Heb geen angst over God te spreken en zonder schaamte de tekens van het geloof te tonen en doe in de ogen van uw tijdgenoten het licht van Christus stralen, zoals de Kerk het in de Paaswake uitzingt, zij die de mensheid verwekt als Gods familie.

Broeders en zusters, het verbaast dat op deze plaats drie kinderen bezweken zijn voor de innerlijke kracht die hen overweldigde op het ogenblik dat de Engel en de Hemelse Moeder hun verschenen. Laten wij ons hier, waar ons zo dikwijls gevraagd werd de rozenkrans te bidden, aantrekken door de geheimen van Christus, de mysteries van Maria ’s rozenkrans. Moge het bidden van de rozenkrans ons in staat stellen onze blik en ons hart op Jezus te vestigen, zoals Zijn Moeder, het niet te evenaren model in het schouwen van de Zoon. Als wij de blijde, lichtende, droeve en glorierijke mysteries bij het bidden van de “Weesgegroeten” overwegen, beschouwen wij het mysterie van Jezus in zijn geheel, van de menswording tot op het kruis en tot de heerlijkheid van de verrijzenis; wij zien de innige deelname van Maria aan dit mysterie en zien ons huidige leven in Christus, dat zo vermengd lijkt met ogenblikken van vreugde en lijden, schaduw en licht, angst en hoop. De genade neemt bezit van ons hart en wekt het verlangen op ons leven indringend overeenkomstig het Evangelie te veranderen, zodat wij met de heilige Paulus kunnen zeggen: “Voor mij is leven Christus” (Fil. 1, 21) in een gemeenschappelijke levensbestemming met Christus.

Ik voel dat de devotie en genegenheid van de gelovigen hier bijeen evenals van overal ter wereld, mij begeleiden. Ik draag de zorgen en verwachtingen van onze tijd, het lijden van de gekwetste mensheid en de problemen van de wereld met mij en leg ze aan de voeten van de Maagd van Fatima: Maagd en Moeder van God, onze veelgeliefde Moeder, spreek voor ons ten beste bij Uw Zoon opdat alle gezinnen der volken, zij die zich onderscheiden door de naam van christenen, evenals zij die hun Verlosser nog niet kennen, in vrede en eensgezindheid leven tot ze in één enkel Godsvolk verenigd zijn tot eer van de Heilige en ondeelbare Drie-eenheid.

Amen.

Document

Naam: EEN LICHT IN ONS DAT BRANDT, ZONDER OP TE BRANDEN
Na het bidden van de Rozenkrans bij de kapel van de Verschijningen, Schrijn van Onze Lieve Vrouw te Fatima
Soort: Paus Benedictus XVI - Toespraak
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 12 mei 2010
Copyrights: © 2010, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Sorores Christi; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test