BOETESACRAMENT ALS MIDDEL TEGEN DE MENTALITEIT VAN DEZE TIJDTot de deelnemers aan de cursus over het "forum internum" van de Apostolische Penitentiarie
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Toespraak)
Paus Benedictus XVI -
11 maart 2010
De Voorzienigheid heeft het zo bestemd, dat uw cursus in het
Jaar van de priesters plaatsvindt, dat ik uitgeroepen heb bij gelegenheid van de 150e verjaardag van de “geboorte in de hemel” van de H. Jean Maria Vianney, die op heroïsche en vruchtbare manier de dienst van de verzoening uitgeoefend heeft. In mijn brief
Paus Benedictus XVI - Brief
Aan de priesters bij het begin van het Jaar van de priester bij gelegenheid van de 150e dies natalis van Johannes Maria Vianney
(16 juni 2009) heb ik benadrukt: “Wij priesters zouden allemaal moeten voelen dat de woorden die hij Christus in de mond legt ons persoonlijk aangaan: “Ik draag mijn dienaars op aan de zondaars te verkondigen dat Ik altijd bereid ben hen te ontvangen, dat Mijn barmhartigheid onbegrensd is”. Van de heilige Pastoor van Ars kunnen wij priesters niet alleen het onuitputtelijke vertrouwen in het Boetesacrament leren, dat ons aanspoort dit Sacrament weer in het middelpunt van onze pastorale zorg te plaatsen, maar ook de methode van de “dialoog van het heil”, die zich daar voltrekken moet.”
Paus Benedictus XVI, Brief, Aan de priesters bij het begin van het "Jaar van de priester" bij gelegenheid van de 150e "dies natalis" van Johannes Maria Vianney (16 juni 2009), 9 Waar zijn de wortels van de heroïsche overgave en de vruchtbaarheid, waarmee de H. Jean Maria Vianney zijn dienst als biechtvader beleefd heeft? Vooral in een diepe persoonlijke dimensie van de boete. Het bewustzijn van de eigen grenzen en de behoefte, zich tot de goddelijke barmhartigheid te wenden en om vergeving te vragen, om het hart te bekeren en op de weg naar heiligheid ondersteund te worden, zijn wezenlijk voor het leven van de priester. Alleen zij die het grootse zelf hebben ervaren, kan de barmhartigheid van God met overtuiging verkondigen en uitdelen. Iedere priester wordt tot dienaar van het Boetesacrament door de ontologische gelijkvormigheid met Christus, de eeuwige hogepriester, die de mensheid met de Vader verzoent; de trouw bij het bedienen van het Sacrament van de verzoening is echter aan de verantwoordelijkheid van de priesters toevertrouwd.