Georgius A. Kard. Medina Estévez - 17 december 2001
Terwijl het Tweede Vaticaans Concilie de voorrang van de liturgie bevestigt als het ‘hoogtepunt waarnaar de Kerk in al haar handelen streeft, en tevens de bron waar al haar kracht uit voortvloeit’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 10, herinnert het er echter ook aan dat ’het geestelijk leven niet uitsluitend bestaat in het deelnemen aan de heilige liturgie’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 12. Om het geestelijke leven van de gelovigen te voeden zijn er immers ook ‘de oefeningen van godsvrucht van het christenvolk’, in het bijzonder die welke door de Apostolische Stoel worden aanbevolen en in de particuliere Kerken worden gevierd op last of met goedkeuring van de bisschop. Wanneer de concilievaders eraan herinneren dat het belangrijk is dat dergelijke uitingen van eredienst met de wetten en de normen van de Kerk overeenkomen, dan hebben zij daarmee het kader geschetst van hun theologische en pastorale opvatting in deze: ‘de oefeningen van godsvrucht dienen zo ingericht te zijn dat zij harmoniëren met de heilige liturgie, die immers door haar aard hoog boven deze oefeningen uitsteekt’ 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 13
In het licht van een dergelijk gezagvol onderricht en van andere uitspraken van het leergezag van de Kerk betreffende de devotionele praktijken van het christenvolk en nota nemend van de pastorale kwesties die in de ze jaren naar voren gekomen zijn, heeft de plenaire vergadering van de Congregatie van de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten, die van 26 – 28 september 2001 heeft plaatsgevonden, onderhavig Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen
(9 april 2002) goedgekeurd. Hierin worden organisch de banden tussen liturgie en volksvroomheid bekeken, waarbij de principes die aan een dergelijke relatie ten grondslag liggen, vermeld en richtlijnen gegeven worden voor een vruchtbare verwezenlijking ervan in de particuliere Kerken overeenkomstig de bijzondere traditie van ieder. Het is derhalve in het bijzonder de taak van de bisschoppen de volksvroomheid, waarvan de vruchten van grote waarde geweest zijn en nog zijn voor het bewaren van het geloof onder het christenvolk, tot haar recht te laten komen door een pastoraal positieve en bemoedigende houding er tegenover aan te nemen.
Na van Paus Johannes Paulus II de goedkeuring verkregen te hebben dat dit dicasterie het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen
(9 april 2002) publiceert, verheugd het de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten dit Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen
(9 april 2002) openbaar te maken met de wens dat herders en gelovigen bij dit instrument baat kunnen hebben om te groeien in Christus, door Hem en met Hem, in de Heilige Geest tot lof van de Vader die in de hemel is.
Dit geld ongeacht welke tegengestelde bepaling ook.
De Congregatie van de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten,
17 december 2001.
JORGE A. Card. MEDINA ESTÉVEZ
Prefect
+ FRANCESCO PIO TAMBURINO
Aartsbisschop secretaris