
Paus Pius XII - 22 januari 1958
TRA LE VISITE Tot de Italiaanse Bond voor het Grote Gezin |
|||
► | Heilig Huwelijk |
Op het voorhoofd van die vaders en moeders, ook al gaan ze onder zorgen gebukt, is geen spoor te bekennen van die innerlijke schaduw, een bewijs van gewetensbezwaren of van de angst voor een onherroepelijk terugvallen in de eenzaamheid. Hun jeugd schijnt nooit op te houden, zolang de geur van de wiegen in hun huis hangt, zolang de kamermuren de heldere stemmen van kinderen en kleinkinderen weerkaatsen. De vele vermoeienissen, de dubbele offers, het afzien van kostbare ontspanningsmogelijkheden worden, zelfs hier beneden, ruimschoots vergoed door de onuitputtelijke rijkdom van gevoelens en door de zoete verwachtingen die hun harten bestormen, zonder ze echter te benauwen of uit te putten. De verwachtingen worden weldra werkelijkheid, op de dag waarop de oudste dochter moeder haar hulp komt aanbieden bij de verzorging van de jongstgeborene, of waarop de oudste jongen voor de eerste keer stralend met zijn eerste verdienste thuiskomt. Deze dag zal door de ouders bijzonder worden gezegend, want voortaan zien zij de dreiging wegvallen van een verlaten oude dag en krijgen ze zekerheid dat hun offers worden beloond. De talrijke kinderen kennen, op hun beurt, niet de verveling van de eenzaamheid en de verlegenheid temidden van volwassenen te moeten leven. Hun groot aantal kan weliswaar tot ergerlijke herrie leiden en hun gesprekken kunnen, hoewel van voorbijgaande aard, aanleiding tot stormachtige ruzie zijn, maar wanneer deze slechts oppervlakkig en van korte duur zijn, werken ze krachtig mee aan de karaktervorming. De kinderen van grote gezinnen worden er als het ware vanzelf toe gevormd over hun handelingen te waken en er verantwoordelijk voor te zijn, om elkaar te waarderen en te helpen, om het hart wijd te openen en edelmoedig te zijn. Het gezin is voor hen de kleine wereld waarin zij proeven nemen, alvorens de veel lastiger en veeleisender wereld daarbuiten tegemoet te treden.
Een woord, tenslotte, tot u, leiders en vertegenwoordigers van de Bonden van grote gezinnen in Rome en Italië. Zorgt ervoor dat de activiteiten die gij wilt ontplooien ten behoeve van de waardigheid der grote gezinnen en hun economische bescherming, gedragen wordt door een steeds waakzamer en actiever dynamische kracht. Houdt u, voor wat het eerste doel betreft, aan de richtlijnen van de Kerk; voor het tweede doel moet gij dat gedeelte van de maatschappij dat zich haar sociale verplichtingen niet bewust is uit haar slaap doen opstaan. De Voorzienigheid is een waarheid en een goddelijke werkelijkheid, die er evenwel in toestemt zich van de medewerking van de mens te bedienen. Gewoonlijk komt zij tussenbeide en verleent zij hulp, wanneer zij door de mens wordt geroepen en als het ware door zijn hand wordt geleid; zij verbergt zich graag achter de menselijke activiteit. Al is het juist aan de Italiaanse wetgeving de verdienste toe te kennen het verstgevorderd te zijn op het gebied van de bescherming van het gezin, in het bijzonder van het grote gezin, men mag niet verhelen dat er ook nu nog veel grote gezinnen, buiten hun schuld, ontbering en gebrek lijden. Welaan dan! Uw actie moet erop gericht zijn ook aan die gezinnen de bescherming van de wet te verlenen en, in dringende gevallen, de bescherming van de liefde. Ieder positief resultaat dat op dit gebied wordt bereikt is als een hechte steen die in het gebouw van het vaderland en de Kerk wordt gemetseld; èn als Katholiek èn als staatsburger kan men niets beters doen.
Terwijl Wij Gods bescherming over uw gezinnen en over die van geheel Italië afsmeken, en terwijl Wij deze nogmaals onder de hemelse bescherming van het heilig Huisgezin van Jezus, Maria en Jozef plaatsen, schenken Wij u van ganser harte Onze vaderlijke apostolische zegen.