Claudio Kardinaal Hummes - 12 april 2010
Dierbare priesters,
Het Jaar van de Priester geeft vreugde aan de Kerk en zij dankt de Heer voor de inspiratie aan onze Heilige Vader dat hij dit heeft uitgeroepen. Alle informatie die we in Rome ontvangen over de ontelbare initiatieven die in de gehele wereld zijn genomen door de lokale Kerken, om dit speciale jaar ook effectief te maken, zijn een bewijs dat dit Jaar heel goed is ontvangen en - mogen we wel zeggen - een antwoord is op een werkelijk en diep verlangen van de priesters en het gehele Volk van God. Het was een tijd waarin speciale aandacht, erkenning en toewijding werd gegeven door het grote, hardwerkende en onvervangbare presbyterium, en aan ieder individuele priester in de Kerk.
Het is waar dat, hoewel in verhouding slechts een klein aantal, sommige priesters verschrikkelijke en zeer ernstige misdaden hebben gepleegd door het seksuele misbruik van jongeren, daden die we moeten afwijzen en afkeuren op een absolute en niet mis te verstane wijze. Deze individuen moeten hun daden verantwoorden voor God en voor de rechtbanken, inclusief de burgerlijke rechtbanken. Niettemin moeten we ook bidden opdat ze een spirituele bekering doormaken en vergeving zullen ontvangen van God. De Kerk op haar beurt zal er alles aan doen om deze misdaden niet te verbergen of de ernst ervan in twijfel te trekken. Voor alles staan we aan de zijde van de slachtoffers en willen hun ondersteunen om te herstellen en in te staan voor hun rechten.
Aan de andere kant is het totaal onacceptabel om op basis van de misdaden van enkelen de volledige kerkelijke gemeenschap van priesters daarop aan te spreken. Zij die dit doen begaan een serieuze onrechtvaardigheid. Gedurende het Jaar van de Priester wil de Kerk dit tot de maatschappij zeggen. Een ieder die gezond verstand heeft en van goede wil is weet dat dit de waarheid is.
Nadat dit gezegd moest worden, willen we nu naar u terugkeren, dierbare priesters. We willen herhalen, opnieuw, dat we erkennen wie u bent en wat u doet in de Kerk en de maatschappij. De Kerk bemint u, bewondert u en respecteert u. U bent meer nog de vreugde van onze Katholieke gelovigen in de gehele wereld en verwelkomen u en ondersteunen u, speciaal in deze tijd van lijden.
Over twee maanden bereiken we het einde van het Jaar van de Priester. De Paus, dierbare priesters, nodigt u van harte uit om vanuit alle delen van de wereld naar Rome te komen voor deze sluiting om 9, 10 en 11 juni aanstaande. Vanuit elk land van de wereld! Mogen we duizenden verwachten uit de landen die het dichtst bij Rome liggen? Wacht dan niet om te beantwoorden aan de hartelijke en vriendelijke uitnodiging van de Heilige Vader. Kom naar Rome en God zal u zegenen. De Paus wil de priesters van de Kerk bevestigen. Hun aanwezigheid in grote getale op het sint Pietersplein zal een pro-actieve en verantwoorde manier zijn voor priesters om henzelf te laten zien als beschikbaar en onaangedaan voor de dienst aan de mensheid, zoals Jezus Christus dit hun heeft opgelegd. Hun zichtbare aanwezigheid op Plein, voor het aanzien van de moderne wereld, is een verklaring dat naar hun wordt gezonden, niet om hun te veroordelen, maar om te redden Vgl. Joh. 3, 17 Vgl. Joh. 12, 47 . Binnen deze context zal een groot aantal priesters een nog specialere betekenis hebben.
Er is nu nog een andere belangrijke motivatie om aanwezig te zijn met talloze priesters in Rome bij gelegenheid van de sluiting van het Jaar van de Priester, dat gevonden kan worden in het hart van de huidige Kerk. Men kan spreken over het getuigen van onze solidariteit, onze steun, ons vertrwouwen en onze onvoorwaardelijke gemeenschap met onze geliefde Paus Benedictus XVI. Dit op een moment waarop de aanvallen op hem gericht zijn, in de tijd waarin hij beslissingen neemt tegen de priesters die betrokken zijn bij de misdadige seksuele misbruik van jongeren. De beschuldigingen aan zijn adres zijn uiteraard onjuist en het is aangetoond dat niemand minder dan Benedictus XVI zoveel gedaan heeft om dergelijke misdaden te veroordelen en ze te bestrijden. Daarom is de aanwezigheid van een groot aantal priesters op het Plein samen met hem een duidelijke afwijzing van de onrechtvaardige aanvallen waarvan hij het slachtoffer is. Dus kom om ook openlijk de Heilige Vader te steunen.
De afsluiting van het Jaar van de Priester zal niet een einde zijn, om het correct te zeggen, maar een nieuw begin. Wij, het Volk van God en hun herders willen de Heer danken voor de bijzondere periode van gebed en reflectie op het priesterschap. Tegelijk willen we oplettend zijn op wat de Heilige Geest ons wil zeggen. In de tussentijd keren wij terug naar de uitoefening van onze missie in de Kerk en in de wereld met hernieuwde vreugde en in de overtuiging dat God, de Heer van de geschiedenis, bij ons zal blijven, zowel in tijden van crisis als in nieuwe tijden.
Moge de Maagd Maria, de Moeder en Koningin van de priesters, een voorspreker voor ons zijn en ons inspireren in het volgen van haar Zoon Jezus Christus, onze Heer.
Rome, 12 april 2010
Cláudio Kardinal Hummes
Aartsbisschop Emeritus van São Paulo
Prefect van de Congregatie voor de Clerus