
H. Paus Johannes Paulus II - 19 augustus 1989
MEDITATIE - AVONDWAKE WJD SANTIAGO 1989 De weg, de waarheid en het leven |
|||
► | De Weg |
Geliefde jongeren, ik groet jullie in de naam van onze Heer Jezus Christus: De weg, de waarheid en het leven. Ik dank jullie voor jullie komst uit de steden van Spanje, uit verscheidende landen van Latijns Amerika alsook uit vele landen over geheel de wereld. Dank dat jullie op mijn uitnodiging zijn ingegaan om samen deze pelgrimstocht te maken, deze tocht naar het graf van de apostel Jacobus.
De weg, dit is het woord dat het best het wezen van deze 'wereldjongerendag' uitdrukt. Jullie zijn gekomen uit alle landen van de wereld. Sommigen zijn te voet gekomen, zoals de pelgrims van weleer; andere per fiets, met de boot, de bus of het vliegtuig. Jullie zijn hier gekomen om in Santiago de diepe grondslag van ons geloof te ontdekken, jezelf edelmoedig in te zetten voor de nieuwe evangelisatie, op de vooravond van het derde millennium. Door de eeuwen heen zijn talloze pelgrims ons voorafgegaan op de weg naar Santiago. Aan het begin van het eerste bedrijf van deze opvoering hebben we de pelgrims gezien met de traditionele symbolen van de 'Jacobus route': de hoed, de staf, de schelp en de kalebas-fles. Wanner jullie naar je land terugkeren en naar de plek waar je woont en studeert, zullen deze symbolen jullie helpen de ontmoeting van vanavond te herinneren.
Voor ons, evenals voor de pelgrims in voorbije tijden, geeft deze weg uitdrukking aan een diep verlangen tot bekering. Een verlangen om naar God terug te keren. Een weg van zuivering en boete, van vernieuwing en verzoening.
Dus is het voor ieder van ons belangrijk, evenals voor de pelgrims die ons zijn voorgegaan, dat de weg uitloopt op een ontmoeting met de Heer, door het sacrament van verzoening en de Eucharistie. Ik weet dat vele onder jullie deze sacramenten tijdens de afgelopen dagen hebben ontvangen. Zuivering van hart en een terugkeer tot de hemelse Vader vormen samen de fundamentele inspiratie en het doel van de weg naar Santiago.
Laten we nu nadenken over de betekenis van het woord 'weg', zodat deze bekering van het hart en de ontmoeting met de Heer, die we nu ervaren, nieuwe betekenis aan ons leven kan geven.
Het woord 'weg' is nauw verbonden met het idee van 'zoeken'. Wat zoeken jullie, pelgrims? De mens stelt zich vragen naar de betekenis van het leven, het doel dat hij wil bereiken, de motieven van z i j n gedrag. Veel mensen hebben als doel van hun leven en aktiviteiten: geld, succes, egoïsme, gemak. Toch zijn deze dingen niet in staat om het menselijke hart echt te bevredigen.
Wat zoeken jullie, pelgrims? Eenieder van ons moet zichzelf deze vraag stellen. Vooral jullie jongeren, want jullie hebben nog het hele leven voor je. Ik nodig jullie uit duidelijk te beslissen over de richting van jullie Met de eigen woorden van Christus, vraag ik jullie: "Wat verlangt Gij?" (Joh. 1, 38). Zoeken jullie God?
De geestelijke traditie van het Christendom onderstreept niet alleen het belang van ons zoeken naar God. Het stelt nog iets belangerijkers in het licht: God zelf zoekt ons. Hij verschijnt om ons te ontmoeten.
Onze weg naar Compostela betekent een antwoord te willen geven op onze behoeften op onze vragen en op ons 'zoeken'; het betekent dus ook erop uitgaan om God te ontmoeten. Hij zoekt ons met grote liefde die wij slechts met moeite kunnen begrijpen.
Deze ontmoeting met God wordt bereikt in Jezus Christus. In Hem, die zijn leven voor ons gegeven heeft, ervaren we de liefde die God voor ons heeft. "Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon gaf op dat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan maar eeuwig leven heeft" (Joh. 3, 16).
Net zoals Jezus de heilige Jacobus en de andere apostelen heeft geroepen, zo roept Hij ieder van ons. Ieder van ons hier in Santiago, moet begrijpen en geloven: "God roept mij, God zendt mij". Van alle eeuwigheid heeft God over ons gedacht en ons bemind als unieke onherhaalbare personen. Hij roept ons, en Zijn roep komt tot ons door de persoon van Jezus Christus die tot ons zegt
"Kom volg Mij"
Hij is de weg die leidt tot de Vader. Dit was Hij ook voor de apostelen.
We moeten echter wel erkennen dat we niet sterk genoeg zijn en niet zuiver van hart zijn om God met ons hele leven en ons hele hart te kunnen volgen. Laten we daarom Maria vragen, die als eerste het pad van haar zoon volgde, om onze voorspreekster te zijn. Wij moeten volgen. Hij geeft ons Jezus die ons wil vergezelien, zoals Hii de leerlingen op weg naar Emmaüs vergezelde. Hij legt ons de richting uit die we moeten volgen. Hij geeft ons kracht. Bij onze thuiskomst zullen we, evenals de leerlingen uit het evangelieverhaal, kunnen vertellen dat ons hart in ons brandde toen Hij onderweg sprak en dat we Hem herkenden aan het breken van het brood. Dat zal het moment zijn om ons te openen voor andere jongeren en te getuigen. Ja, getuigen van de liefde van God en van de hoop op redding.