
H. Paus Johannes Paulus II - 7 oktober 2004
MANE NOBISCUM, DOMINE Blijf bij ons, Heer |
|||
► | Conclusie |
O heilige Maaltijd waarin Christus genuttigd wordt!
O Sacrum Convivium, in quo Christus sumitur!
Het Jaar van de Eucharistie komt voort uit de verwondering die de Kerk ondervindt ten overstaan van dit grote Mysterie. Het is een verwondering die steeds weer in mijn hart opkomt. Daar is ook de Encycliek H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Ecclesia de Eucharistia
De Kerk leeft van de Eucharistie
(17 april 2003) aan ontsprongen. In mijn beleving voel ik het als een grote genade van het zevenentwintigste jaar van mijn dienst in het Petrusambt - dat ik op het punt sta te beginnen - dat ik nu de Kerk mag oproepen op een heel bijzondere manier dit onuitsprekelijk Sacrament te beschouwen, te loven en te aanbidden. Moge het Jaar van de Eucharistie aan allen de kostbare gelegenheid bieden om zich opnieuw bewust te worden van de onvergelijkbare schat die Christus zijn Kerk heeft toevertrouwd. Moge het een stimulans zijn tot een levendiger en meer doorleefde viering ervan, waaraan een christelijk bestaan moge ontspringen dat door de liefde getransformeerd is!
Met het oog daarop zullen heel veel initiatieven kunnen worden gerealiseerd, die ter beoordeling zijn van de Herders van de afzonderlijke Kerken. De Congregatie voor de goddelijke Eredienst en voor de regeling van de Sacramenten zal op dat punt zeker nuttige suggesties en voorstellen doen. Maar ik vraag niet dat er buitengewone dingen worden gedaan, maar veeleer dat alle initiatieven het karakter dragen van een diepe innerlijkheid. Al zou de vrucht van dit Jaar enkel maar daarin bestaan dat de viering van de Zondagmis in alle christengemeenschappen weer tot leven wordt gewekt en dat de aanbidding van de Eucharistie buiten de Mis toeneemt, dan zou dit genadejaar een belangrijk resultaat opgeleverd hebben. Toch is het goed ons doel hoog te stellen en ons niet tevreden te stellen met middelmatige initiatieven, want we weten dat we altijd mogen rekenen op de hulp van God.
Aan U, Broeders in het Bisschopsambt, vertrouw ik dit jaar toe, in de overtuiging dat U mijn uitnodiging zult aanvaarden met heel de apostolische vurigheid die in U is.
U, priesters, die elke dag de woorden van de consecratie herhaalt en die de getuigen en verkondigers bent van het grote wonder van liefde dat zich in uw handen voltrekt: laat U aanspreken door de genade van dit bijzondere Jaar. Vier elke dag de heilige Mis met de vreugde en de vurigheid van de eerste keer, en verblijf graag in gebed voor het Tabernakel.
Laat het een Jaar van genade zijn voor U, diakens, die van nabij betrokken bent in de bediening van het Woord en in de dienst aan het Altaar. En wat U betreft, lectoren, acolieten, buitengewoon bedienaren van de communie: draag een levendig besef in u van de gave die u geschonken is in de taken die u werden toevertrouwd met het oog op een waardige viering van de Eucharistie.
In het bijzonder richt ik mij tot jullie, toekomstige priesters: zoek tijdens je seminarieleven te ervaren hoe zalig het niet alleen is om elke dag deel te nemen aan de heilige Mis, maar ook om lang te verblijven in het gesprek met Jezus in de Eucharistie.
U, godgewijde mannen en vrouwen, die krachtens uw toewijding aan Hem geroepen bent tot een langduriger beschouwing: herinnert u dat Jezus in het Tabernakel U aan zijn zijde verwacht, om uw harten de intieme ervaring van zijn vriendschap te schenken. Die alleen kan zin en volheid aan uw leven geven.
U allen, gelovigen, ontdek opnieuw de gave van de Eucharistie als licht en kracht voor uw dagelijks leven in de wereld, bij het uitoefenen van uw verschillende beroepen en in het omgaan met de meest uiteenlopende situaties. Ontdek die gave vooral om voluit de schoonheid en de zending van het gezin te kunnen beleven.
Veel verwacht ik tenslotte van jullie, jongeren, terwijl ik de afspraak hernieuw die ik met jullie heb voor de Wereldjongerendag in Keulen. Het gekozen thema - "wij zijn gekomen om Hem te aanbidden" Vgl. Mt. 2, 2 - leent zich bijzonder om jullie de juiste houding te doen vinden waarin je dit eucharistisch jaar kunt beleven. Breng bij je ontmoeting met Jezus, verborgen aanwezig onder de sluiers van de eucharistie, heel het enthousiasme mee van jullie leeftijd, van jullie hoop en van jullie vermogen tot liefhebben!
De voorbeelden van de Heiligen staan ons voor ogen, die in de Eucharistie het voedsel vonden voor hun weg naar de volmaaktheid. Hoe dikwijls hebben zij tranen van ontroering vergoten in de ervaring van dit grote mysterie en onzegbare uren van "bruidsvreugde" doorgebracht bij het Sacrament van het altaar. Moge vooral de heilige Maagd ons helpen, die met heel haar bestaan de logica van de Eucharistie beleefde. "De Kerk ziet naar Maria als naar haar voorafbeelding en is geroepen haar na te volgen, ook in haar band met dit allerheiligst Mysterie". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, De Kerk leeft van de Eucharistie, Ecclesia de Eucharistia (17 apr 2003), 53 Het Eucharistisch Brood dat wij ontvangen is het onbevlekte vlees van haar Zoon: "Wees gegroet waarachtig lichaam geboren uit de Maagd Maria" (Ave verum corpus natum de Maria Virgine). Moge de Kerk in dit Jaar van genade, daarbij ondersteund door Maria, een nieuw elan opdoen voor haar zending en steeds meer in de Eucharistie de bron en het hoogtepunt erkennen van heel haar leven.
Moge mijn Zegen allen bereiken en genade en vreugde met zich brengen,
gegeven vanuit het Vaticaan, op 7 oktober,
de gedachtenis van de heilige Maagd Maria van de Rozenkrans,
in het jaar 2004, het zesentwintigste van mijn pontificaat,Johannes Paulus II