Paus Benedictus XVI - 30 september 2010
De relatie tussen Christus, Woord van de Vader, en de Kerk kan niet worden verstaan in termen van eenvoudigweg een voorbije gebeurtenis, maar het betreft een vitale relatie, waartoe iedere gelovige wordt geroepen om persoonlijk toe te treden. Wij spreken immers van de tegenwoordigheid van het Woord van God vandaag onder ons: “Ziet Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld” (Mt. 28, 20). Zoals Paus Johannes Paulus II heeft gezegd: “De gelijktijdigheid van Christus met de mens van iedere tijd wordt verwezenlijkt in zijn lichaam, dat de Kerk is. Daarom beloofde de Heer zijn leerlingen de Heilige Geest die hun zijn geboden “in herinnering zou brengen” en zou doen begrijpen Vgl. Joh. 14, 26
en een bron zou zijn van nieuw leven in de wereld Vgl. Joh. 3, 5-8
Vgl. Rom. 8, 1-13
. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 25 De dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) drukt dit mysterie in de Bijbelse termen van een huwelijksdialoog uit: “God, die weleer heeft gesproken, onderhoudt zich ononderbroken met de bruid van zijn beminde Zoon en leidt de Heilige Geest, door wie de levende stem van het evangelie in de Kerk en door haar in de wereld weerklinkt, de gelovigen tot de volle waarheid en doet het woord van Christus overvloedig in hen wonen Vgl. Kol. 3, 16
”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 8
De Bruid van Christus, leermeester in het luisteren, herhaalt ook vandaag met geloof: “Spreek, Heer, uw Kerk luistert”. Bisschoppensynodes, Tijdens de 1e Algemene Bijeenkomst tijdens de 12e Bisschoppensynode "Over het Woord van God", Relatio Ante Disceptationem (6 okt 2008), 11 Daarom begint de dogmatische constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Dei Verbum
Over de Goddelijke openbaring
(18 november 1965) met de woorden: “Het woord van God met heilige eerbied beluisterend en met vrijmoedigheid verkondigend, geeft de heilige kerkvergadering...”. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 1 Het betreft inderdaad een dynamische definitie van het leven van de Kerk. “Het zijn woorden waarmee het concilie een kenmerkend aspect van de Kerk aangeeft: zij is een gemeenschap die het Woord van God aanhoort en verkondigt. De Kerk leeft niet uit zichzelf, maar uit het evangelie en uit het evangelie haalt zij altijd en steeds opnieuw de richting voor haar tocht. Het is een kanttekening die iedere christen moet aanvaarden en toepassen op zichzelf: alleen wie vóór alles luistert naar het Woord van God, kan ook de verkondiger ervan worden”. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Bij gelegenheid van de 40ste verjaardag van de dogmatische Constitutie "Dei Verbum", Tot de deelnemers aan het internationaal Congres "De Heilige Schrift in het leven van de Kerk" (16 sept 2005) In het verkondigde en aanhoorde Woord en in de sacramenten zegt Jezus vandaag, hier en nu aan iedereen: “Ik ben van jou, Ik geef mij aan jou”, opdat de mens kan aanvaarden en op zijn beurt kan antwoorden: “Ik ben van jou”. Vgl. Bisschoppensynodes, Tijdens de 1e Algemene Bijeenkomst tijdens de 12e Bisschoppensynode "Over het Woord van God", Relatio Ante Disceptationem (6 okt 2008), 10 De Kerk blijkt zo de plaats te zijn waar wij door genade kunnen ervaren hetgeen de Proloog van Johannes vertelt: “aan hen die Hem wél aanvaardden, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden” (Joh. 1, 12).