DE TRANSFIGURATIETweede Zondag van de Veertigdagentijd - Jaar C
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Angelus/Regina Caeli)
Paus Benedictus XVI -
28 februari 2010
Lucas spreekt niet over Transfiguratie maar beschrijft het gebeuren aan de hand van twee elementen: Jezus’ gelaat dat verandert en Zijn klederen die wit en stralend worden, in aanwezigheid van Mozes en Elia, symbolen van de Wet en de Profeten. De drie leerlingen die erbij zijn, worden door slaap overmand: dat is de houding van wie Gods wonderdaden ziet en ze niet begrijpt. Alleen door tegen de slaperigheid te vechten, kunnen Petrus, Jakobus en Johannes Jezus’ heerlijkheid “zien”. En dan neemt het ritme in snelheid toe: wanneer Mozes en Elia de Meester verlaten, neemt Petrus het woord en terwijl hij spreekt, overdekt een wolk hem en de andere leerlingen met haar schaduw; het is een wolk die bedekt maar toch Gods heerlijkheid openbaart, zoals dat ook het geval was bij het volk dat in de woestijn zwierf. De ogen kunnen niet meer zien, maar de oren kunnen de stem horen die uit de wolk komt: “Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem” (
Lc. 9, 35).
De leerlingen staan niet meer voor een getransfigureerd gelaat, noch voor witte klederen, noch voor een wolk die Gods aanwezigheid openbaart. Voor hun ogen is er “Jezus alleen” (
Lc. 9, 36). Jezus staat alleen voor Zijn Vader terwijl Hij bidt, maar tegelijk is “Jezus alleen” alles wat aan de leerlingen en de Kerk van alle tijden gegeven wordt: dat is wat voor de weg moet volstaan. Hij is de enige stem naar wie moet geluisterd worden, de enige die moet gevolgd worden, Hij die, opgaande naar Jeruzalem, Zijn leven zal geven en op een dag “ons armzalig lichaam zal herscheppen en gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam” (
Fil. 3, 21).
“Meester, het is goed dat wij hier zijn” (
Lc. 9, 33): dat zijn de extatische woorden van Petrus die dikwijls gelijken op wat wij verlangen als de Heer ons troost. Maar de Transfiguratie herinnert ons eraan dat de vreugden die God in ons leven zaait, geen punt van aankomst zijn doch licht dat Hij op onze aardse pelgrimstocht geeft opdat “Jezus alleen” onze Wet zou zijn en Zijn woord het criterium dat ons bestaan leidt.
In deze vastentijd nodig ik u uit het Evangelie trouw te overwegen. Ik wens bovendien dat de herders in dit Priesterjaar “werkelijk doordrongen worden van Gods woord, het echt kennen, ervan houden zodanig dat het hun werkelijk leven geeft en hun gedachten vormt” Vgl. Paus Benedictus XVI, Homilie, Over het priesterschap - Witte Donderdag 2009 tijdens de Chrismamis - Basiliek St. Jan van Lateranen, Heilig hen in de waarheid, Uw woord is waarheid (Joh. 17, 17) (9 apr 2009).
Moge de Maagd Maria ons helpen deze ogenblikken van ontmoeting met de Heer intens te beleven opdat wij Hem elke dag met vreugde zouden volgen. Wij richten onze blik op Haar en roepen Haar aan met het gebed van het Angelus.