H. Ambrosius van Milaan - 1 januari 387
DE SACRAMENTIS Over de Sacramenten |
|||
► | Hoofdstuk I |
We hebben dagelijks gesproken over de onderwerpen verbonden met de moraal, toen de geschiedenissen van de Aartsvaders werden gelezen of de spreuken werden behandeld, met de bedoeling dat u zou worden onderwezen en vertrouwd raken met de wegen van de vaders en in hun paden zou treden, en de heilige geboden zou gehoorzamen; zodat u na de vernieuwing door de doop u vast zou houden aan die manier van leven die past bij hen die gereinigd zijn.
De tijd is nu rijp om met u te spreken over de betekenis van de sacramenten, want wanneer we er eerder over gesproken hadden voordat u gedoopt was, en nog niet geinitieerd, dan zouden wij dat beschouwen als verraad aan ipv een beschouwing van de sacramenten. Een andere reden is bovendien dat de sacramenten zelf licht geven en dat des te meer als men niet weet wat te verwachten, dan als men al onderwijs vooraf heeft gehad.
Open dan uw oren, snuif de goede geur van het eeuwige leven op die over u is geademd door de genade van de sacramenten; welke door ons werd aangeduid aan u, toen het geheimenis van de initiatie gevierd is, zoals wij zeiden in vrede zou hij weten wat hem werd gevraagd en zou gehouden zijn zich te herinneren wat hij had geantwoord.
Christus maakte gebruik van dit mysterie in het Evangelie, zoals we dat lezen wanneer Hij een doofstomme geneest. Hij raakte de mond aan, omdat hij die geheeld werd stom was en een man, met de bedoeling dat hij zou spreken met de stem hem gegeven; ten opzichte van het andere punt, omdat de aanraking gepast was naar een man toe, wat het niet zou zijn naar een vrouw toe.