H. Paus Johannes Paulus II - 15 maart 1988
Op twintig jaar afstand van de publicatie van de encycliek, kan men duidelijk zien dat de morele norm, die in haar onderwezen is, niet alleen een verdediging is van de goedheid en van de waardigheid van de huwelijksliefde en dus van het welzijn van de persoonlijkheid van de echtgenoten, zij heeft een bredere ethische draagwijdte. Want de diepe logica van de contraceptieve daad en de laatste wortel daarvan, die Paulus VI op profetische wijze heeft aangewezen, zijn nu duidelijk.
Welke logica? De logica van het anti-leven: In deze twintig jaren hebben talrijke staten afgezien van hun waardigheid van verdedigers te zijn van het volkomen onschuldige menselijke leven met het invoeren van de abortuswetgeving. Een werkelijk bloedbad van onschuldigen wordt dagelijks over de wereld uitgestort.
Welke wortel? Het is de rebellie tegen God, de Schepper, enige Heer van leven en dood van de menselijke persoon. Het is het niet erkennen van God als God. Het is een poging, in zijn kern zelf al absurd, een wereld op te bouwen waar God buiten staat.
In de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) drukt paus Paulus VI de zekerheid uit met de verdediging van de huwelijksmoraal bij te dragen aan de opbouw van een werkelijk menselijke beschaving. Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 18 Twintig jaar na de publicatie van het document ontbreekt het zeker niet aan bevestigingen van de gefundeerdheid van deze overtuiging. Het zijn bevestigingen, die verifiëerbaar zijn, niet alleen door de gelovigen, maar door elk mens die nadenkt over het lot van de mensheid, omdat ieder kan zien, met welke consequentie het niet gehoorzamen aan de heilig wet van God is verbonden.