H. Paus Paulus VI - 25 juli 1968
Dit soort problemen vergde van het kerkelijk leergezag een nieuwe en diepere bezinning op de beginselen van de huwelijksmoraal, die steunt op de natuurwet, verhelderd en verrijkt door de goddelijke openbaring.
Geen gelovig christen zal willen ontkennen, dat de uitleg van de natuurwet aan het kerkelijk leergezag toekomt. Want het is aan geen twijfel onderhevig - zoals onze voorgangers herhaaldelijk hebben verklaard Vgl. Z. Paus Pius IX, Encycliek, Over geloof en religie, Qui pluribus (9 nov 1846). Pii P.M. Acta 1, 9-10 Vgl. H. Paus Pius X, Encycliek, Over arbeidersverenigingen, aan onze geliefde zoon, George Kopp, Kardinaal-priester van de Heilige Roomse Kerk, Bisschop van Breslau en de andere Aartsbisschoppen en Bisschoppen van Duitsland, Singulari Quadam (24 sept 1912), 3. A.A.S. 4 (1912), 658 Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken, Casti Connubii (31 dec 1930), 121-122. A.A.S. 22 (1930) 579-581) Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Over het priesterschap - tot Kardinalen en Bisschoppen, Magnificate Dominum (2 nov 1954), 16. A.A.S. 46 (1954) 671-672 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961) - , dat Jezus Christus, toen Hij Petrus en de overige apostelen zijn goddelijk gezag meedeelde en hen uitzond om aan alle volkeren zijn geboden te onderwijzen Vgl. Mt. 28, 18-19 , hen tevens tot bewaarders en vertolkers heeft aangesteld van heel de zedenwet: dat wil zeggen, niet alleen van de evangelische wet, maar ook van de natuurwet. Want ook de natuurwet brengt de wil van God tot uitdrukking en dient te worden nageleefd, wil men het eeuwig heil bereiken. Vgl. Mt. 7, 21
In overeenstemming met deze zending heeft de Kerk te allen tijde, maar in de laatste tijd op bijzonder uitvoerige wijze, een samenhangende leer gegeven over het wezen van het huwelijk, over het juist gebruik van de rechten van de echtgenoten en over hun plichten. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 47-52 Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van het Concilie van Trente, Catechismus Romanus Concilii Tridentini. p. II, c. VIII Vgl. Paus Leo XIII, Encycliek, Over het christelijk huwelijk, Arcanum Divinae Sapientiae (10 feb 1880). Acta Leonis XIII, 2, 1880, 26-29 (Eccl. Doc. 0109) Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de christelijke opvoeding, Divini illius Magistri (31 dec 1929), 38-47 Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken, Casti Connubii (31 dec 1930), 20-21 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de Unie van Italiaanse Artsen en Biologen "San Luca" (12 nov 1944). Discorsi e Radiomessaggi di S.S. Pio XII, VI, 191-192 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het congres van de Italiaanse katholieke unie van verloskundigen over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap, Vegliare con sollecitudine - Over morele aspecten van huwelijksleven en zwangerschap (29 okt 1951) Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Nell'ordine della natura - Tot het congres van de Fronte della Famiglia en tot de bond van grote gezinnen (27 nov 1951), 8-16 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de deelnemers aan het VIIde Internationale Congres voor haematologie, Over erfelijke ziekten en anticonceptie (12 sept 1958), 8-10 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 189-194 Vgl. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1067 Vgl. Wetboek, Codex Iuris Canonici (1917) (27 mei 1917), 1068. § 1; §§ 1-2