CHRISTENEN WORDEN GEKENMERKT DOOR DE LIEFDE4e Zondag door het Jaar (C)
(Soort document: Paus Benedictus XVI - Angelus/Regina Caeli)
Paus Benedictus XVI -
31 januari 2010
Geliefde broeders en zusters,
In de liturgie van deze zondag lezen we één van de mooiste bladzijden uit het Nieuwe Testament en de hele Bijbel, die men de “hymne aan de liefde” van de apostel Paulus noemt (1 Kor. 12, 31 - 13, 13). Na in zijn Eerste brief aan de Korinthiërs, aan de hand van het beeld van het lichaam uitgelegd te hebben dat de verschillende gaven van de Heilige Geest bijdragen tot het welzijn van de ene Kerk, toont Paulus de “weg” van de volmaaktheid. Die bestaat niet in het bezit van buitengewone gaven: nieuwe talen spreken, alle mysteries kennen, een geloof bezitten dat wonderen verricht of heldhaftige daden stellen. Hij bestaat daarentegen in de liefde – “agapè” – dat wil zeggen de ware liefde, die God in Jezus Christus geopenbaard heeft. De liefde is de grootste gave, die waarde verleent aan alle andere en toch “zij praalt niet, zij beeldt zich niets in”, in tegendeel zij “vindt haar vreugde in de waarheid” en in andermans goed. Wie echt bemint “zoekt zichzelf niet”, “rekent het kwade niet aan”, “alles verdraagt zij, alles hoopt zij, alles duldt zij” Vgl. 1 Kor. 13, 4-7
. Wanneer wij uiteindelijk van aangezicht tot aangezicht tegenover God zullen staan, zullen alle gaven verdwijnen; de enige die blijft tot in eeuwigheid, is de liefde, omdat God liefde is en wij aan Hem gelijk zullen zijn, in volmaakte gemeenschap met Hem.
Nu zijn we nog in de wereld. De liefde is wat de christen daar onderscheidt. Zij is de synthese van heel het leven: van wat hij gelooft en doet. Daarom heb ik bij de aanvang van mijn pontificaat mijn eerste encycliek juist willen wijden aan het thema van de liefde: “
Paus Benedictus XVI - Encycliek
Deus Caritas Est
God is Liefde
(25 december 2005)”. Zoals u zich herinnert, bestaat deze encycliek uit twee delen die overeenkomen met twee aspecten van de liefde: de betekenis en daarna de beoefening ervan. De liefde is de essentie van God zelf, de zin van de schepping en de geschiedenis, zij is het licht die goedheid en schoonheid geeft aan het leven van elke mens. Tegelijk is de liefde om zo te zeggen, de “stijl” van God en elke gelovige, de houding van wie in antwoord op Gods liefde, zijn leven ziet als een zelfgave aan God en de naaste. In Jezus Christus vormen deze twee aspecten een volmaakte eenheid: Hij is de belichaamde Liefde. Deze Liefde werd ons ten volle geopenbaard in de gekruisigde Christus. Als wij onze blik op Hem richten, kunnen wij met de apostel Johannes belijden: “Wij hebben de liefde leren kennen die God voor ons heeft, en wij geloven in haar”
Vgl. 1 Joh. 4, 16
Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 1.
Geliefde vrienden, wanneer wij aan de heiligen denken, erkennen wij de waarheid van hun spirituele gaven en ook van hun menselijk karakter. Doch het leven van ieder van hen is een hymne aan de liefde, een levende lofzang tot Gods liefde! Vandaag, 31 januari, herdenken wij in het bijzonder de heilige Johannes Bosco, stichter van de Salesiaanse familie en patroon van de jeugd. In dit
Jaar van de Priester zou ik zijn voorspraak willen inroepen opdat de priesters steeds meer opvoeders en vaders voor de jeugd zouden zijn; en dat vele jongeren door deze liefde te ervaren, zouden ingaan op de roeping hun leven te geven voor Christus en het Evangelie. Moge Maria, Hulp der Christenen, voorbeeld van liefde, deze genaden voor ons verkrijgen.