• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

MARIA IS DE MAAGDELIJKE MOEDER VAN GOD
2e catechese in de reeks over de "Theotokos: Vrouw, Moeder, Leerling"

In de Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964)
verklaart het Concilie, dat de gelovigen, “één met het Hoofd Christus en in gemeenschap verbonden met al zijn heiligen, de gedachtenis moeten eren ‘op de eerste plaats van de glorierijke Maria, altijd maagd, de moeder van onze God en Heer Jezus Christus" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 52. De Conciliaire Constitutie leent deze woorden van de Romeinse Canon van de Mis, hiermee benadrukkend, hoezeer het geloof in het goddelijke moederschap van Maria vanaf de eerste eeuwen in het christelijk denken aanwezig is.

In de pasgeboren Kerk wordt Maria herdacht onder de titel de “Moeder van Jezus”. Lucas zelf geeft deze titel aan haar in de Handelingen der Apostelen, een titel, die bovendien samenvalt met wat in het Evangeliën staat: “Is hij niet .... de zoon van Maria?” – vragen zich de inwoners van Nazareth af volgens het verslag van de Evangelist Marcus (Mc. 6, 3); “Zijn moeder heet toch Maria “ – deze vraag noteert Mattheus. (Mt. 13, 55)

Voor de discipelen krijgt de titel “Moeder van Jezus” zijn volle betekenis, als zij bij elkaar zijn na de Hemelvaart. Voor hen is Maria een volkomen unieke persoon: zij alleen ontving de enkelvoudige genade, het leven te mogen schenken aan de Verlosser van de mensheid; lange tijd leefde zij aan zijn zijde, en op de Calvariëberg heeft de Gekruisigde haar verkozen om een “nieuw soort moederschap” uit te oefenen over de geliefde apostel, en via hem over de gehele Kerk.

Voor diegenen, die in Christus geloven en die Hem volgen is de titel “Moeder van God” een eretitel en een titel eerbiedwaardigheid en het zal altijd zo blijven in het geloof en het leven van de Kerk. Met deze titel willen Christenen op een bijzondere manier aangeven, dat men niet naar de oorsprong van Jezus kan verwijzen, zonder de rol van de vrouw te erkennen, die Hem door de Geest het leven schonk naar zijn menselijke natuur. Haar moederlijke rol omvat ook de geboorte en de groei van de Kerk. Wanneer de gelovigen de plaats van Maria in Jezus’ leven gedenken, ontdekken ze elke dag haar werkzame tegenwoordigheid tijdens hun eigen spirituele reis.

Van begin af aan erkende de Kerk het maagdelijke moederschap van Maria. Vanuit de evangeliën, die de geboorte van Jezus beschrijven, kunnen wij te weten komen, dat de eerste Christelijke gemeenschappen Maria’s herinneringen aan de geheimenisvolle omstandigheden rondom de ontvangenis en de geboorte van de Verlosser zelf verzamelden en optekenden. Vooral de beschrijving van de Aankondiging beantwoordt het verlangen van de Discipelen om de gebeurtenissen rond het begin van het aardse leven van de verrezen Christus ten diepste te kennen. Volgens de laatste analyse is in Maria de oorsprong van de openbaring over de maagdelijke ontvangenis door de werking van de Heilige Geest. Deze waarheid, die Jezus’ goddelijke oorsprong laat zien, werd onmiddellijk begrepen door de eerste Christenen vanwege zijn groot belang en werd een van de sleutelakten van hun geloof. Hoewel volgens de wet zoon van Jozef, was Jezus volgens zijn menselijke natuur - door de buitengewone interventie van de Heilige Geest, eigenlijk alleen de zoon van Maria, aangezien Hij zonder medewerking van een man werd verwekt.

Maria’s maagdelijkheid verkrijgt op die manier een unieke waarde en werpt nieuw licht op de geboorte van Jezus en op het mysterie van zijn Zoon-zijn, aangezien de maagdelijke verwekking het teken is, dat de Vader van Jezus God zelf is.

Zoals het wordt erkend en tot uitdrukking gebracht in het geloof van de Kerkvaders: het maagdelijke moederschap blijft altijd onafscheidelijk verbonden met de identiteit van Jezus, ware God en ware mens, “geboren uit de Maagd Maria” zoals wij het in de 1e Concilie van Constantinopel
Credo van Nicea - Constantinopel
(31 juli 381)
belijden. Maria is de enige Maagd die tegelijkertijd ook Moeder is.

Het op buitengewone wijze naast elkaar bestaan van deze twee gaven in de persoon van de Maagd van Nazareth, bracht Christenen ertoe, Maria gewoonlijk “de Maagd” te noemen, zelfs dan als ze om haar moederschap geroemd werd.

De maagdelijkheid van Maria geeft de eerste aanzet tot de verspreiding van de maagdelijke levensstaat in de Christelijke gemeenschap, die door allen omarmd wordt, die door de Heer tot deze levensstaat worden groepen. Deze speciale roeping, die zijn voltooiing in Christus bereikt, vertegenwoordigt een onmetelijke spirituele rijkdom voor de Kerk in alle tijden, en vindt in Maria haar inspiratie en model.

De verklaring, dat “Jezus uit de Maagd Maria was geboren” impliceert in dit gebeuren een transcendente mysterie, die op het meest volmaakte wijze alleen in de waarheid van de Goddelijke Zoon-zijn van Jezus zijn uitdrukking vindt. De waarheid van Maria’s goddelijke moederschap is onafscheidelijk verbonden met deze centrale akte van het christelijk geloof: zij is waarlijk de moeder van het Vleesgeworden Woord, in wie “God uit God ... ware God uit de ware God” is. De titel “Moeder van God” waarvan al door Mattheus getuigenis werd afgelegd in de gelijkaardige uitdrukking “Moeder van Emmanuel” God-met-ons Vgl. Mt. 1, 23 , werd pas na twee eeuwen reflectie toegekend aan Maria. Het waren Egyptische Christenen in de 3e eeuw die Maria “Theotokos”, Moeder van God begonnen te noemen.

Met deze, in de Christelijke devotie breed weerklinkende titel wordt Maria in de ware dimensie van haar moederschap gezien: ze is de moeder van Gods’ Zoon, die zij naar zijn menselijke aard maagdelijk ontvangen heeft en wie zij met moederlijke liefde grootgebracht had, en hiermee draagt zij bij aan de menselijke groei van de goddelijke persoon, die gekomen is om het lot van de mensheid te veranderen.

Op een erg betekenisvolle manier, bevat het oudste gebed tot Maria (“Catechismus-Compendium
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
(28 juni 2005)
”, “Onder uw bescherming nemen wij onze toevlucht...”) de aanroeping: “Theotokos, Moeder van God”. Deze titel was oorspronkelijk niet het resultaat van theologische reflecties, maar komt uit de gelovige intuïtie van de Christenen voort. Diegene, die Jezus als God erkennen, roepen Maria als de Moeder van God aan en hopen op haar machtige bescherming in de beproevingen van het leven.

Het Concilie van Efeze definieerde in 431 het dogma van het goddelijke moederschap en heeft Maria de officiële titel “Theotokos” verleend, refererend aan de ene persoon van Christus: ware God en ware mens.

De drie definities, die al vele eeuwen gebruikt worden om het geloof van de Kerk betreffende het moederschap van Maria weer te geven: “Moeder van Jezus”, “Maagdelijke Moeder” en “Moeder van God” laten dus zien, dat Maria’s moederschap op intieme wijze verbonden is met het mysterie van de Menswording. Ze bevestigen de leer en, nauw verbonden met de volksdevotie, helpen ze ons de ware identiteit van Christus te definiëren.

Document

Naam: MARIA IS DE MAAGDELIJKE MOEDER VAN GOD
2e catechese in de reeks over de "Theotokos: Vrouw, Moeder, Leerling"
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 13 september 1995
Copyrights: © 2010, Libreria Editrice Vaticana/Catholic Culture
Vertaling vanuit Engelstalige versie: Zita Dumon
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test